Bron:

| 10173 x gelezen

© pikisuperstar via Freepik

Meer onderzoeksbewijs over de immuunbiologie van langdurige/long COVID werd begin oktober gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Frontiers in Immunology.

De studie was een samenwerking tussen onderzoekers van Charité – Universitätsmedizin Berlin in Duitsland en een lange lijst van wetenschappers uit de hele wereld, van wie velen ook onderzoek doen naar ME/cvs.

De auteurs beginnen met op te merken dat de meeste patiënten met het post-COVID-syndroom (PCS) – de term die in de medische literatuur “langdurige/long COVID” lijkt te vervangen – zich presenteren met een overvloed aan medisch onverklaarbare symptomen die geen verband houden met duidelijke aanwijzingen van orgaandisfunctie. Bovendien voldoet een subgroep van hen aan de diagnostische criteria voor ME/cvs.

Asymmetrische autoantilichamen

Eerdere studies op dit gebied hebben aangetoond dat er mogelijke problemen zijn met antilichaamreacties bij PCS. Antilichamen zijn een belangrijk onderdeel van het menselijk immuunsysteem. Ze binden zich met stoffen die het lichaam als vreemd herkent – zoals bacteriën, virussen en vreemde stoffen in het bloed (gezamenlijk antigenen genoemd) – en markeren deze voor de aanval door een cascade van reacties op gang te brengen.

Deze nieuwe studie richtte zich op een belangrijke klasse van antilichamen, asymmetrische autoantilichamen of AAB’s genaamd, en op de vraag of zij een rol zouden kunnen spelen bij het veroorzaken van de symptomen van PCS door het verstoren van de signaaloverdracht tussen en binnen cellen.

De onderzoekers wilden nagaan of AAB’s invloed hebben op een familie van celreceptoren, G-proteïnegekoppelde receptoren genaamd, die belangrijk zijn om boodschappen van buiten de cel op te vangen en te vertalen in signalen binnen de cel. Deze communicatie zorgt ervoor dat de cel verschillende taken uitvoert, zoals meer van een bepaald eiwit produceren of juist minder van iets doen.

Wat hebben ze gevonden?

Er werden bloedmonsters genomen van 80 patiënten met PCS na milde tot matige COVID-19, en van 78 gezonde personen. De helft van de PCS-patiënten voldeed ook aan de diagnostische criteria voor ME/cvs, en deze groep had meestal ernstigere malaise na inspanning, vermoeidheid, invaliditeit en immuunsymptomen dan de PCS-patiënten zonder ME/cvs.

In het algemeen hadden patiënten met PCS in vergelijking met controlepersonen gewijzigde niveaus van verschillende AAB’s. Belangrijk is dat sommige van deze aangetaste AAB’s gericht zijn tegen receptoren die het autonome zenuwstelsel, het cardiovasculaire systeem en het immuunsysteem reguleren, wat hun betrokkenheid bij de ontwikkeling van PCS suggereert. Bovendien hielden veranderingen in verschillende van deze AAB’s verband met de ernst van de symptomen in de PCS-groepen.

Wat betekent dit?

Interessant is dat, terwijl je een upregulatie van verschillende AAB’s zou verwachten in reactie op een virale infectie, werden sommige AAB’s in feite gedownreguleerd bij PCS-patiënten. Dit suggereert dus dat deze autoantilichamen in feite zowel cellulaire gebeurtenissen kunnen upreguleren als downreguleren, waardoor de normale functie van de cel wordt verstoord.

Sommige van de AAB’s die verlaagd waren bij PCS-patiënten, omvatten deze die regelen hoe bloedvaten samentrekken om de bloeddruk te handhaven, wat belangrijk is als je bedenkt dat veel mensen met PCS en/of ME/cvs niet in staat zijn om hun bloeddruk adequaat te controleren als ze rechtop staan (posturaal orthostatisch tachycardiesyndroom, of POTS).

Er was zeer weinig verschil in AAB-niveaus tussen PCS-patiënten met ME/cvs en die zonder ME/cvs, wat suggereert dat auto-immuunreacties bij ME/cvs vergelijkbaar kunnen zijn met die bij langdurige COVID, hoewel meer werk op dit gebied nodig is.

De ziektemechanismen bij langdurige COVID (of post-COVID-syndroom) blijven slecht begrepen, maar deze studie levert bewijs van zowel immuun- als vasculaire ontregeling die de door de patiënten gerapporteerde hoofdsymptomen (die sterk lijken op die van mensen met ME/cvs) enigszins kan helpen verklaren.

Aanhoudende ontsteking, met name in de bloedvaten, wordt al lang verondersteld bij ME/cvs, en kan verklaren waarom langdurige COVID- en ME/cvs-patiënten last hebben van POTS, koude handen en problemen met temperatuurregeling. Een slechte zuurstoftoevoer naar de spieren en kleine bloedvaten kan andere symptomen veroorzaken zoals spiervermoeidheid of pijn, terwijl een slechte toevoer naar de hersenen kan bijdragen tot processen die resulteren in hersenmist en slechte concentratie.

De meest intrigerende bevinding van de studie is wellicht de opkomende correlatie tussen de niveaus van verschillende AAB’s en de ernst van vermoeidheid, en cognitieve en immuunsymptomen bij PCS- en ME/cvs-patiënten. Deze bevinding wijst op een rol voor deze AAB’s (of hun geassocieerde reactiepaden) in de ontwikkeling van zowel langdurige PCS als ME/cvs.

Naar verwachting zullen de auteurs van deze studie nu de rol van deze autoantilichamen in cohorten ME/cvs-patiënten gaan onderzoeken.

© ME Research UK, 5 oktober 2022. Vertaling ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Datum/Tijd Evenement
25/11/2024
19:00 - 21:00
Webinar epigenetisch onderzoek bij ME/cvs en fibromyalgie
27/11/2024
20:00 - 21:00
Webinar voor huisartsen over post-COVID
07/12/2024
13:00 - 17:30
Creatief kerstmarktje
Parkresidentie Institut Moderne, Gent
Recente Links