MEAction, 7 februari 2016
Marcie Zinn, Mark Zinn en Leonard Jason van de DePaul Universiteit publiceerden onlangs een casestudie die beschrijft hoe qEEG’s duidelijk de ontregeling kunnen laten zien die in de hersenen van ME/CVS-patiënten voorkomt. De casestudie is van een 43-jarige man met ME/CVS (gediagnosticeerd door zijn dokter met behulp van de ‘DePaul Symptom Questionnaire’ en voldoet aan de Canadese Klinische Casusdefinitie (de CCC).
Een EEG registreert de elektrische activiteit van de oppervlakte van de hersenen, en een qEEG/Loreta gebruikt complexe wiskunde om de hersenactiviteit dieper in het brein te lokaliseren, tot op een tijdschaal van een milliseconde. Het kan worden gezien als een real-time uitlezing van de hersenfunctie die je laat zien wat verschillende gebieden in de hersenen aan het doen zijn. Zoals de onderzoekers uitleggen, “de netwerken van functionele connectiviteit van deze patiënt waren voldoende ontregeld” om de cognitieve symptomen te veroorzaken die vaak bij patiënten worden gezien en naar verwezen wordt als “brain fog” of hersenmist. De Zinns hebben vergelijkbare resultaten van het qEEG bij andere patiënten gezien, en de analyses van qEEGs/Loreta van patiënten verschillen significant van die van controles.
In de conclusie van de paper leggen de onderzoekers uit:
Deze ontregelde toestanden vertegenwoordigen de hersenen gedurende niet-optimaal functioneren, wat het inefficiënt maakt voor de meeste typen van functioneren van de informatieverwerking, of het nu executief functioneren is, geheugen, perceptueel redeneren of informatieverwerkingssnelheid. Als ‘phase lock’ significant minder is dan normaal, zoals in deze dataset, is het vermogen van het brein om middelen in te blijven zetten om verschillende functies uit te voeren, ernstig verminderd. De duur van de ‘phase shift’ (faseverschuiving) in deze data is ook hypoactief, dit betekent dat er significant minder neuronen dan normaal worden gerekruteerd om een functie uit te voeren. De resultaten wijzen hier op een vertraagd verbaal begrip, executieve functies, perceptueel redeneren, verwerkingssnelheid en geheugen, dit alles bij elkaar staat bekend als cognitieve beperking.
De onderzoekers vermelden aan het eind dat, “Deze studie had slechts betrekking op één patiënt, dus totdat deze wordt gerepliceerd met grotere steekproeven, moeten de resultaten worden beschouwd als preliminair.” Hoewel zij hier in deze paper geen melding van maakten, zagen zij vergelijkbare resultaten bij patiënten in een ongepubliceerde studie aan Stanford met vijftig patiënten en vijftig controles. Je kunt meer informatie vinden over hun onderzoek aan het einde van pagina 42 van de IACFS/ME syllabus uit 2014. De titel van het eerste abstract is “ EEG peak alpha frequency is associated with chronic fatigue syndrome: a case control observational study” (vert. “EEG piek alfa frequentie wordt in verband gebracht met chronisch vermoeidheidssyndroom: een case-control observatiestudie”) en het tweede abstract “Cortical hypoactivation during resting state EEG suggests central nervous system pathology in patients with Chronic Fatigue Syndrome: A source analysis pilot study.” (vert. “Corticale hypoactivatie gedurende rusttoestand-EEG suggereert pathologie van het centraal zenuwstelsel bij patiënten met chronisch vermoeidheidssyndroom : een bronanalyse pilootstudie.”)
In het tweede abstract van de IACFS/ME-conferentie concluderen de onderzoekers dat “alles bij elkaar genomen, bieden onze bevindingen bewijs van objectieve kwantificatie van ontregeling van het centraal zenuwstelsel bij CVS-patiënten. Een model van langdurige subcorticale ontregeling wordt gehypothetiseerd om de resultaten te verklaren.”
Zij leggen uit dat “qEEG geen diagnose op zichzelf zal verschaffen, maar zou integreren binnen een klinisch diagnostisch regime,” Vergelijkbare problemen met hersenfunctie worden gezien bij andere ernstige neurologische aandoeningen hetgeen is waarom qEEG/Loreta gebruikt zou moeten worden in combinatie met andere testen en/of klinische observaties om de diagnose te bevestigen.
De Zinns en Leonard Jason werken aan meer onderzoek in dit vakgebied, waaronder het repliceren van het Stanford-onderzoek. De onderzoekers vertelde #MEAction dat er net nog twee artikelen van hen zijn geaccepteerd, die zeer binnenkort uit zouden moeten komen. Een is een overzichtsartikel dat de neurowetenschap van ME/CVS bespreekt, en de andere is een case-control studie van 18 mensen (9 patiënten met ME en 9 controles).
© MEAction. Vertaling Meintje, redactie ME-gids.
qEEG / LORETA in Assessment of Neurocognitive Impairment in a Patient with Chronic Fatigue Syndrome: A Case Report
Marcie L Zinn, Mark A Zinn, Leonard A Jason
DePaul University, Center for Community Research, Chicago, IL
Abstract
Importance:
Chronic Fatigue Syndrome (CFS) is a chronic disease resulting in considerable and widespread cognitive deficits. Accurate and accessible measurement of the extent and nature of these deficits can aid healthcare providers and researchers in the diagnosis of this condition, choosing interventions and tracking treatment effects. Here, we present a case of a middle-aged man diagnosed with CFS which began following a typical viral illness.
Observations:
LORETA source density measures of surface EEG connectivity at baseline were performed on 3 minutes of eyes closed deartifacted19-channel qEEG. The techniques used to analyze the data are described along with the hypothesized effects of the deregulation found in this data set. Nearly all (>90%) patients with CFS complain of cognitive deficits such as slow thinking, difficulty in reading comprehension, reduced learning and memory abilities and an overall feeling of being in a “fog”.Therefore, impairment may be seen in deregulated connections with other regions (functional connectivity); this functional impairment may serve as one cause of the cognitive decline in CFS. Here, the functional connectivity networks of this patient were sufficiently deregulated to cause the symptoms listed above.
Conclusions and significance:
This case report increased our understanding of CFS from the perspective of brain functional networks by offering some possible explanations for cognitive deficits in patients with CFS. There are only a few reports of using source density analysis or qEEG connectivity analysis for cognitive deficits in CFS. While no absolute threshold exists to advise the physician as to when to conduct such analyses, the basis of his or her decision whether or not to use these tools should be a function of clinical judgment and experience. These analyses may potentially aid in clinical diagnosis, symptom management, treatment response and can alert the physician as to when intervention may be warranted.
Keywords
qEEG; LORETA; Source analysis; Chronic fatigue syndrome; Phase lag; Phase shift; Phase reset; Phase; Coherence; Cognitive impairment
Hoe citeren?
Zinn ML, Zinn MA, Jason LA (2016) qEEG / LORETA in Assessment of Neurocognitive Impairment in a Patient with Chronic Fatigue Syndrome: A Case Report. Clin Res 2(1): doi http://dx.doi.org/10.16966/2469-6714.110