Vrij denken
De Vrijdenker Jaargang 41, nummer 6, juli augustus 2010
ROB ARNOLDUS (Leiden, 1962) is opgeleid als maatschappijhistoricus en werkzaam als docent/onderzoeker; heeft affiniteit met het humanistische gedachtegoed maar is geen lid van de Vrije Gedachte.
Vrijdenken is de opvatting dat men zich in zijn denken uitsluitend door wetenschap en logica en niet door autoriteitsgeloof of traditie moet laten leiden. Het manifest van de Vereniging de Vrije Gedachte gaat een stap verder en spreekt van een wetenschappelijk verantwoord wereldbeeld en het bestaan van slechts één wetenschappelijke methode. Met een beroep op vrijzinnigheid en Vrij denken wil ik dit dogma in deze bijdrage aan de kaak stellen. Er is mijns inziens geen waarheid en zeker geen interessante waarheid die losstaat van wat mensen er van maken. En wetenschappers zijn, indachtig Popper, feilbare mensen.
Over de grote W valt vanachter de leunstoel heel veel te filosoferen. Evident is het feit dat de wetenschappelijke methode met de grote W niet bestaat. We kunnen hoogstens spreken van de door het Verlichtingsideaal ingegeven streven naar waarheidsvinding waar bepaalde groepen mensen werkzaam onder de noemer wetenschapper (soms) met diverse rationele hulpmiddelen en/of strategieën een beroep of een hobby van hebben gemaakt. Het beroep wordt vormgegeven binnen een apart institutioneel domein met een door de overheid gelegitimeerde monopoliepositie. Sommige wetenschappers houden zich bezig met het streven naar wetenschap met de grote W waarbij theorievorming voorop staat. Anderen voeren opdrachten uit en leveren argumenten, aan de lopende band, en ook op bestelling. Wetenschap vond en vindt plaats binnen een institutionele context. Materiële randvoorwaarden zijn in belangrijke mate bepalend voor wat, niet voor niets, ook wel het wetenschapsbedrijf wordt genoemd. Wetenschap wordt pas wetenschap als het past binnen de pijplijn, d.w.z. de distributiekanalen en de ideologische kaders. Nieuwe wetenschappelijke ideeën komen niet uit de lucht vallen en zijn verbonden met de levensloop en belangen en interesses van de wetenschapper.
Wetenschapsbeoefening, zo ook Nederlandse wetenschap met een koninklijk predicaat, is niet van god gegeven. De geschiedenis leert ons dat de waarheid van vandaag de leugen van morgen kan zijn. En in de alledaagse wetenschap- en onderwijspraktijk zien we dat niet alleen de grote C van cultuur maar ook de grote W van wetenschap steeds meer plaats maken voor de maatschappelijk relevante kleinere c en w. Niet verwonderlijk, nu ook de ooit zo zuivere wetenschap van ZWO bij NWO in de schappen staat als Nieuwe en vooral nuttige vorm van W Onderzoek, en er geluiden opkomen om voortaan maar meteen vooraf te gaan bepalen welk wetenschappelijk onderzoek nuttig is.
Zombie Science
De Engelse medisch wetenschapper Charlton waarschuwt voor de opkomst van Zombie Science, een mede officieel door overheid, beroepsgroep en industrie gelegitimeerde vorm van officiële pseudowetenschap. Zombie Science is er niet op uit om theorieën te toetsen, want een eenmaal gekoesterde theorie of stellingname raakt al snel verweven met persoonlijke carrières en verlicht eigenbelang. Charlton laat zien dat een vederlichte theorie met gewichtig (economisch) draagvlak niet zo snel wordt verworpen en dat ook pseudowetenschappers veel in de melk te brokkelen kunnen hebben. Het vet komt als het ware boven drijven.
Het is maar de vraag of het wetenschapsbedrijf voldoende zelfreinigend en innovatief vermogen kent. Criminoloog Hoogenboom twijfelt en waarschuwt in 2008 voor wetenschapsfundamentalisme. Hij pleit in een column onder de verassende noemer Google Criminologie voor ruimte om dwars te denken.
“Wetenschappelijke (sub)disciplines communiceren nauwelijks met elkaar en tussen disciplines worden intellectuele guerrillaoorlogen gevoerd.” Wetenschappers vergelijkt hij met “ambtenaren en klerken die al pennenlikkend die rust willen om naar zichzelf in de spiegel te kunnen loken. “(Hoogenboom, 2008). De markt houdt de wetenschap regelmatig een lachspiegel voor. De socioloog De Swaan meldde onlangs dat Nobelprijswinnaars pas vlak voor de crisis ineens de onevenwichtigheid van de markt en de economische geschiedenis herontdekten. Hoogleraren zijn regelmatig niet meer dan dogmatische ideologen. “Net als die andere wanen was het ‘marktisme’ omhangen met de wade der wetenschap. Het werd gepredikt inde meest excellente universiteiten, door de meest gelauwerde geleerden. Er werden vormingscentra gesticht om de gestaalde kaders van de nieuwe leer te doordringen, Business Schools en Schools of Management; en alles ging in het hedendaagse Kerklatijn, het Engels.” (NRC, 2008). Zo af en toe breekt de spiegel. Bijgeloof leert dat dit zeven jaar ongeluk kan opleveren. Wellicht verstandig om kennis te nemen van de inzichten en ervaringen van godsdienstwetenschapper Van Tillo, beschreven onder de veelzeggende noemer. Dit volk siert zich met de toga. Van Tillo schetst het beeld van een universitaire medewerker die met een wetenschappelijk ideaal voor ogen zijn academische carrière begint. Gaandeweg komt hij er achter, dat al zijn inspanningen slechts in dienst staan van het machtsstreven van degenen die op de universiteit de dienst uitmaken of gemene zaak niet hen maken. Van Tillo waarschuwt de lezer o.a. voor het feit “dat er geen enkele maatschappelijke organisatie zo geëquipeerd is voor het opvoeren van maskerades als juist de universiteit, waar voldoende intelligentie bijeengebracht is om een eigen wereld te creëren inclusief het bijbehorende imago dat voldoende prestige verschaft en van elke verdenking vrijwaart.” (Van Tillo, 2005, p. 146)
Een markant voorbeeld van Zombie Science treffen we aan in de rafelrand van de medische wetenschap. Ik doel op de wetenschappers die zich bezighouden met de in hun ogen op voorhand, of per definitie, onverklaarde medische klachten. In 2005 verscheen liet rapport van de Gezondheidsraad over het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) – een aandoening niet ‘onverklaarde’ chronische vermoeidheid als een van de symptomen.
Lang begraven ideeën over somatisatie (lichamelijke klacht is uiting van psychisch lijden) en neurasthenie komen in dit rapport als zombies tot leven. En de auteurs, van wie een aantal nauw betrokken is bij de vormgeving van een monopolistisch gedragstherapeutisch aanbod, concluderen dat het (eigen) aanbod in 70% van de CVS-gevallen effectief is. Van serieuze literatuurstudie is afgezien en ook bij navraag ontbreekt de bronvermelding bij de 70% claim (vgl. Koolhaas e.a.). ‘Wetenschappelijke reflectie’ vindt plaats in een column onder de noemer Verneukt (2005) waarmee prof. dr. L. Van Doornen refereert aan het onderzoeksobject, in casu de patiënt. Dat doet overigens niets af aan het officiële wetenschappelijke karakter van dit rapport.
Stuurbare wetenschap
Om nog even terug te komen op het in liet manifest verwoorde dogma. Welke denker kan ons vertellen wat we onder de grote verantwoordelijke W moeten verstaan? Een relevante vraag, want liet door de Vereniging gepropageerde wetenschappelijk naturalisme is alleen te legitimeren op basis van metafysische gronden. Mijns inziens dus een kwestie van een door mensen gefabriceerd geloof – in wat op basis van menselijke waarnemingen waar of niet waar is- Dit roept bij mij de vraag op wie het wetenschappelijk dataverkeer waarneemt en wie aan het stuur wil en mag zitten. Met een beroep op het gezag van de grote W komt bijvoorbeeld prof Dijkgraaf, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), met een antwoord. Tijdens de jaarrede van de KNAW doet Dijkgraaf een pleidooi voor een Kennis- en Innovatieraad gefinancierd uit aardgasbaten. “Hoe moeten we dit geheel aansturen’ De overheid mag de regie voeren over processen, maar niet over uitkomsten. Het idee van een Kennis- en Innovatieraad, een variant van het Innovatieplatform met budget naar Aziatisch model dat nu in Den Haag rondzingt, kan een uitkomst zijn. ” (Science Guide, 2010).
Uit de ervaringen van de extern werkzame geoloog Pieter van der Gaag kunnen we opmaken dat sturende wetenschappers vermoedelijk bij voorkeur werken met stuurbare wetenschappers. Van der Gaag, die via de Universiteit Utrecht opdracht kreeg om onderzoek te doen naar ondergrondse CO-2 opslag, kwam niet een ongewenste conclusie waarover nog steeds politiek debat plaatsvindt. De boodschap van de Universiteit Utrecht over zijn optreden was echter helder: We willen niet werken met niet-stuurbare wetenschappers.
De V van Vrij Denken
De zombies zijn onder ons. De alledaagse praktijk van de wetenschap staat regelmatig op gespannen voet met de V van vrijdenken. Vrijheid impliceert denken in termen van onzekerheid en pluriformiteit. De vraag die zich opdringt is: welk door vrijdenkers gekoesterd seminarium gaat in Nederland bepalen wat wetenschap behelst en wat al dan niet wetenschappelijk verantwoord is? Of staan alle bij de Vereniging aangesloten leden voor die bijzonder complexe morele opgave? Ten behoeve van de nuance: wetenschap staat niet las van menselijk handelen, maar het behoeft geen betoog dat de ene wetenschappelijke methode regelmatig beter voldoet dan de andere. De ene wetenschapper heeft ook meer te zeggen dan de ander.
Ook ik ben van mening dat waarheidsvinding, rationeel denken en -handelen, gekoesterd moeten worden. Vanzelfsprekend is ook een zekere mate van ‘Management of Science” onvermijdelijk, want schaarse middelen dwingen nu eenmaal om keuzes te maken. Waarheidsvinding verdraagt echter geen of-of denken en eenvoudige schijntegenstellingen tussen bijvoorbeeld kwak- of wetenschappelijk denken. Het introduceren van een zogenaamd gemakkelijk op te sporen “wetenschappelijk verantwoord” wereldbeeld biedt schijnzekerheid. Niet zonder risico. Alles wat in de toekomst van wetenschappelijke waarde zou kunnen zijn wordt voor je het weet door een dogmatische vrijdenker met behulp van liet label “wetenschappelijk onverantwoord” onnadenkend ter zijde geschoven.
Tot slot mijn oproep tot Vrij denken: ruimte geven voor twijfel en zo ook voor het vreemde standpunt van de, ander. Een wetenschappelijk verantwoord wereldbeeld, zoals in het manifest verwoord, is als je het mij vraagt een irrationele gedachtekronkel: een contradictio in terminis. Wetenschap lijkt een kwestie van vallen en opstaan: ‘work in progress‘. De ‘ware’ wetenschapper, voor zover niet reeds begraven of zoals de zombie halfdood, schrikt niet van een sceptisch en/of zelfs ongewenst kwik-, kwek-, of kwak- geluid. Victorie voor het Vrij denken.
Noten:
- Charlton, B.G. Medical Hypotheses (2008). Editorial. Zombie science: A sinister consequence of evaluating scientific theories purely on the basis of enlightened self-interest 71, 327-329
- De Swaan, Abram, Hoe wetenschap plots een meninkje werd. NRC, 30 oktober 2008
- Dijkgaaf: wetenschappers vragen om problemen, Science Guide, 11 mei 2010
- Heilsloot, Niels, Vrolijke wetenschap, Nietzsche als vriend, Baarn, Uitg. Agora, 1999
- Hoogenboom, Google Criminologie. Verkregen via: http://www.crimelink.nl/blog/google-criminologie
- Koolhaas, M.P. de Boordcr, H. Van Hoof (2008). Cognitieve gedragstherapie bij hel chronische vermoeidheidssyndroom (ME/CVS) vanuit het perspectief van de patiënt
- lcke, Vincent. Vooraf eisen dat wetenschap nut heeft, is belachelijk, NRC, 22 maart 2010
- Schreuder, Arjen. Kritiek van een niet-stuurbare wetenschapper. Klimaat Kamer wil spoeddebat over ontbrekend rapport dat C02-opslag onder Barendrecht ter discussie stelt. NRC, 30 maart 2010
- Van Doornen, L. (2005) Verneukt, Nederlands tijdschrift voor Behavorial Medicine, 16, p. 14
- Van Tillo (2005). Dit volk siert zich met de toga, Achtergronden van het academisch onbehagen. Edmond Husserl Stichting. Amsterdam