Een onderwerp dat in verschillende onderzoeken wordt onderzocht, is de relatie tussen ME/cvs en de kracht van de handgreep (een maatstaf voor de kracht die de handspieren uitoefenen bij het vastgrijpen van een voorwerp). In 2018 toonden Dr. Luis Nacul en zijn team in een cohort met 272 ME/cvs-deelnemers aan dat niet alleen de handknijpkracht verminderd is bij mensen met ME/cvs in vergelijking met gezonde controles, maar dat degenen met een ernstigere ziekte een aanzienlijk grotere vermindering van de handknijpkracht hadden.
Een recente studie uitgevoerd door onderzoekers van de Charité – Berlijnse Universiteit voor Geneeskunde breidde het onderzoek uit naar personen met langdurige COVID (in het artikel post-COVID-syndroom (PCS) genoemd). Ze merkten specifiek op dat bij de subgroep van personen die ME/cvs ontwikkelden na een SARS-CoV-2 (COVID-19)-infectie, de vermindering in handknijpkracht correleerde met de ernst van de ziekte.
Wat heeft de studie gedaan?
Het primaire doel van de studie was om meer inzicht te krijgen in de symptoompatronen die worden waargenomen bij zowel langdurige COVID als ME/cvs. De onderzoekers streefden ernaar om “correlaties vast te stellen tussen [handknijpkracht] HKK en de niveaus van functionele beperkingen en symptoomernst”.
Aan de studie namen 144 vrouwelijke deelnemers deel die gediagnosticeerd waren met het post-COVID-syndroom (langdurige COVID), “volgens de WHO-criteria “, waarvan 78 verder gediagnosticeerd werden met ME/cvs op basis van de Canadese Consensus Criteria. Er waren dus twee cohorten binnen de studie: ME/cvs (78 personen) en “niet-ME/cvs” (66 personen). De grijpkracht van de handen werd beoordeeld met behulp van een digitale handdynamometer, die de kracht meet die wordt gegenereerd door in het handvat van het apparaat te knijpen, om de spiervermoeidheid objectief te meten. De belangrijkste symptomen en de “ernst van de handicap” werden geëvalueerd met behulp van zelfgerapporteerde vragenlijsten.
Wat heeft de studie gevonden?
Bij het vergelijken van personen met langdurige COVID met en zonder de diagnose ME/cvs, “hadden degenen met ME/cvs verschillende symptomen van een hogere ernst, waaronder vermoeidheid, [postexertionele malaise] PEM, orthostatische intolerantie, vasomotorische en immuunsymptomen” en ervoeren een grotere invaliditeit en beperking in fysiek functioneren. Terwijl beperkingen in handknijpkracht evident waren bij alle deelnemers met langdurige COVID, werden correlaties tussen het niveau van de beperkingen in handknijpkracht en de ernst van de belangrijkste symptomen (PEM, cognitieve stoornissen, vermoeidheid en orthostatische intolerantie) alleen waargenomen in het ME/cvs-cohort.
Discussie
De studie toont verder het potentieel aan van handknijpkracht als een objectieve maat voor fysiek functioneren bij ME/cvs, aangezien zelfs binnen een studiepopulatie bestaande uit individuen met langdurige COVID, correlaties tussen handknijpkracht en ernst van symptomen uniek voorkomen bij degenen die voldoen aan de ME/cvs-criteria. De onderzoekers suggereren dat de bevindingen wijzen op een gemeenschappelijk mechanisme dat ten grondslag ligt aan spiervermoeidheid en andere symptomen bij mensen met post-COVID-ME/cvs, verschillend van langdurige COVID zonder ME/cvs. Ze stellen verder dat handknijpkracht “naar voren komt als een belangrijk diagnostisch en prognostisch hulpmiddel, dat een objectieve evaluatie van invaliditeit mogelijk maakt.”
De onderzoekers erkennen dat patiënten met langdurige COVID die niet voldoen aan de ME/cvs-criteria “een niet goed gedefinieerde groep vormen, gekenmerkt door matige tot ernstige vermoeidheid, inspanningsintolerantie en cognitieve stoornissen.” Ze stellen verder dat een beperking van de studie het ontbreken van een controlegroep is, zoals mensen die hersteld zijn van COVID-19 of met een andere chronische aandoening. Een andere beperking is dat de studiedeelnemers uitsluitend vrouwelijk waren, wat in het artikel wordt gerechtvaardigd door het feit dat de meerderheid, ongeveer 75%, van hun patiëntenpopulatie uit vrouwen bestond en dat het vergelijken van de handknijpkracht tussen mannen en vrouwen “geen zinvolle resultaten zou opleveren, gezien het aanzienlijke verschil in krachtniveaus tussen de geslachten”.
Lees meer over energieproductie in spiercellen bij mensen met ME/cvs
Lees ook De ME/cvs-Intramurale Studie van Nath Deel I: “Het is een hersenziekte…”
© ME Research UK, 17 april 2024. Vertaling admin, redactie NAHdine, ME-gids.
Verminderde handknijpkracht correleert met een grotere invaliditeit en ernst van de symptomen bij post-COVID Myalgische Encefalomyelitis/ Chronischevermoeidheidssyndroom
Abstract
Achtergrond: Het post-COVID-syndroom (PCS) omvat een breed scala aan symptomen die langer dan 3 maanden na een acute SARS-CoV-2-infectie blijven bestaan, waarbij zowel mentale als fysieke vermoeidheid de meest voorkomende verschijnselen zijn.
Methoden: Bij 144 vrouwelijke patiënten met PCS werden de handknijpkracht (HKK)-parameters beoordeeld als een objectieve maat voor spiervermoeidheid, waarbij 78 voldeden aan de Canadese Consensus Criteria voor postinfectieuze myalgische encefalomyelitis/chronischevermoeidheidssyndroom (ME/cvs). De ernst van de invaliditeit en de belangrijkste symptomen werden geëvalueerd met behulp van zelfgerapporteerde vragenlijsten.
Resultaten: Patiënten met ME/cvs vertoonden een verhoogde algehele symptoomernst, waaronder een lagere fysieke functie (p < 0,001), een grotere mate van invaliditeit (p < 0,001), ernstiger vermoeidheid (p < 0,001), postexertionele malaise (p < 0,001), en autonome disfunctie (p = 0,004) in vergelijking met andere patiënten met PCS. Terwijl HKK op vergelijkbare wijze werd aangetast bij alle patiënten met PCS en een significante correlatie vertoonde met fysiek functioneren in de gehele patiëntengroep, vertoonde HKK van patiënten met ME/cvs op unieke wijze associaties met belangrijke symptomen.
Conclusies: Een verminderde HKK dient dus als een objectieve marker van fysiek functioneren bij patiënten met PCS. Alleen bij patiënten die voldoen aan de ME/cvs-criteria, is een verminderde HKK ook geassocieerd met de ernst van de kenmerkende symptomen. Dit suggereert een gemeenschappelijk mechanisme voor spiervermoeidheid en andere symptomen in het ME/cvs-subtype, dat verschilt van dat in andere typen PCS.
Citeren?
Paffrath A, Kim L, Kedor C, Stein E, Rust R, Freitag H, Hoppmann U, Hanitsch LG, Bellmann-Strobl J, Wittke K, Scheibenbogen C, Sotzny F. Impaired Hand Grip Strength Correlates with Greater Disability and Symptom Severity in Post-COVID Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome. J Clin Med. 2024 Apr 8;13(7):2153. doi: 10.3390/jcm13072153. PMID: 38610918; PMCID: PMC11012649.Copy