Bron:

| 7902 x gelezen

“Dit werk opent een nieuwe deur naar zowel het begrijpen van de biologie van CVS en, belangrijker voor de patiënten, een robuuste, rationele manier om nieuwe behandelingen te ontwikkelen voor een ziekte die daar grote nood aan heeft” Robert Naviaux

De Dafoes keken naar elkaar in verbazing. Ze hadden hun zieke zoon Whitney op elk mogelijke manier getest en problemen gevonden, maar niets dat had gereflecteerd hoe ziek hij was – tot nu. Zijn metabolomicaresultaten onthulden rij na rij abnormaliteiten – sommigen ervan waren zo afwijkend dat ze de grafieken te buiten gingen. Er ging meteen een nieuwe wereld voor hen open.

Eind augustus werd de eerste metabolomicastudie in ME/cvs gepubliceerd die gebruik maakte van een gelijkaardige benadering. Het kan tot gevolg hebben dat er een nieuwe wereld opengaat voor iedereen met ME/cvs. Ron Davis denkt er zeker zo over. [zie: commentaar van Dr. Ron Davis] Hij gelooft “dat het de meest belangrijke en baanbrekende studie van ME/cvs tot op heden is” en dat Naviauxs metabolomica-onderzoek ons “eindelijk op het goede pad zet om ME/cvs te begrijpen”.

Zonder dat de familie Davis dit wist, was Robert Naviaux – een pionier in het veld van metabolomica – begonnen met een eigen studie van ME/cvs-patiënten. Naviauxs metabolomicastudies over aandoeningen zoals autisme, depressie, PTSS en traumatische breinletsels hadden de aandacht van Dr. Eric Gordon en Dr. Neil Nathan getrokken. Gedurende een Lyme-conferentie in San Diego hebben ze hem benaderd: of hij geïnteresseerd was in het uitvoeren van een ME/cvs-onderzoek? Naviauxs PhD in virologie en de menselijke genetica zorgden ervoor dat hij geïnteresseerd was in postinfectieuze ME/cvs-patiënten sinds de jaren ’80, en hij greep de kans.

Op een bepaald moment suggereerde Gordon, die één van de artsen van Whitney was, dat Naviaux Ron Davis zou moeten ontmoeten. Metabolomica was altijd al een deel van één van Davis’ “omica”-wezen, maar hij had de resultaten die hij kreeg, niet verwacht en het werd een belangrijk interessegebied voor hem. Toen Naviaux Davis ontmoette, werd er een partnerschap met de Open Medicine Foundation (OMF) geboren. (Naviaux zit nu in de wetenschappelijke adviesraad van de OMF, praat geregeld met Davis en de OMF helpt Naviauxs uitgebreide ME/cvs-studie te financieren.

Er zijn nog maar erg weinig onderzoeken naar het metaboloom gedaan in ME/cvs en geen op het niveau van de Naviaux-studie. Wat een orde van serendipiteit was het dat deze twee mannen – een korte vlucht van elkaar verwijderd – aan elkaar werden verbonden door Ron Davis’ zoon.

De studie

Metabole kenmerken van chronisch vermoeidheidssyndroom

Robert K. Naviaux, Jane C. Naviaux, Kefeng Lia, A. Taylor Bright, William A. Alaynick, Lin Wang, Asha Baxter, Neil Nathan, Wayne Anderson, and Eric Gordon

PNAS, 2016: doi: 10.1073/pnas.1607571113

Naviaux begon de studie met het promoten van de voordelen die metabolomica volgens hem brengen voor de analyse en behandeling van complexe aandoeningen. Op het meest basale niveau zijn er onze genen en de omgeving, en niet veel anders. Gooi deze twee samen en je krijgt metabolisme en metabolieten: de bijproducten van de cellulaire werking [en ook wel stofwisselingsproducten genoemd in het Nederlands, n.v.d.r.]. Het meten van deze metabolische bijproducten geeft je een snapshot van de fysiologie van de cel. Naviaux gelooft dat het bestuderen van de metabolische bijproducten van onze cellen meer biologisch relevante informatie oplevert dan eender welke andere benadering en daarbij ook nog eens meer kosteneffectief is.

In deze studie onderzochten Naviaux, Eric Gordon, Neil Nathan en anderen 612 metabolieten van 63 biochemische reactiepaden in het serum van 45 ME/cvs-patiënten (Fukuda criteria/CCC criteria) en 37 controlepersonen die overeenkwamen in leeftijd en geslacht. Twintig van de 63 biochemische reactiepaden vielen op in ME/cvs. Tachtig procent van de metabolieten die abnormaal waren, waren ‘down-gereguleerd’. Negen van de biochemische reactiepaden waren zowel bij mannen als vrouwen afwijkend.

De mitochondriën en de celgevaarreactie

Het metabolisme van de mitochondriën gaat zo snel dat het het eerste organel is dat gevaar en toxiciteit detecteert. Zoals de kanarie in de koolmijn zijn de mitochondriën de eersten die volgens Naviaux in staat zijn om bijna alle soorten gevaar waar te nemen.

Naviaux gelooft dat de mitochondriën in staat zijn elke soort van gevaar waar te nemen – van pathogenen [ziekteverwekkers, n.v.d.r.] over veranderingen in pH en toxische elementen van pesticiden, zware metalen, etc. tot ontstekingen. Ze nemen verstoringen in de vorm van infectie waar, wanneer ze een verlaging in voltage detecteren door de omleiding van elektronen (NADH/ NADPH) om virale componenten te maken of te reageren op een brede variëteit aan toxines.

De resultaten van Naviaux suggereren dat het allemaal neerkomt op het uitschakelen van mitochondriën.

In de Celgevaarreactie ( Cell Danger Response of CDR) beantwoorden de mitochondriën dat verlies onmiddellijk met de afname van hun zuurstofconsumptie. Op die manier dwarsbomen ze de pathogenen om de bouwstenen van de cel te gebruiken om zich te repliceren. Omdat de zuurstof niet langer wordt gebruikt, bouwt het zich op in de cel en veroorzaakt daar een oxidatief geladen omgeving die virale synthese onderbreekt. De CDR maakt het membraan van de cel ook stijver om de pathogenen te stoppen het membraan te verlaten en het waarschuwt andere cellen voor het gevaar en verspreidt ATP teneinde de andere cellen te waarschuwen om zichzelf te verdedigen.

Naviaux neigt ernaar om ecologisch te denken: waar anderen een verhard celmembraan zien als een teken van schade, ziet hij ze als een muur die een cel bouwt om de ziekteverwekkers in de cel te houden. Wanneer anderen het lekken van ATP,ADP, H202 en factoren zien als een teken van schade aan de cel, ziet Naviaux deze substanties als vroege waarschuwingstekens aan andere cellen.

Binnen de cel is ATP een energiemolecule, buiten de cel is het een ‘gevaarmolecule’. Cellen, zo zegt Naviaux, werken zo hard om ATP te maken, dat het feit dat ze het werkelijk buiten de cel exporteren, hoogst significant is. Het vinden van ATP buiten de cel is een teken dat er iets belangrijks verkeerd is gegaan.

Neerschurken

“Deze feiten suggereren dat ME/cvs een evolutionair bewaarde, genetisch geregelde, hypometabolische toestand is, gelijkaardig aan dauer, die het toelaat te overleven en door te zetten onder condities van omgevingsstress, maar ten koste van ernstig gereduceerde werking en kwaliteit van leven.” Naviaux

Naviaux gelooft dat overleven soms betekent ‘neerschurken’, dat men zich voorbereidt om lang in dezelfde positie te blijven om zichzelf te beschermen. Essentieel komt het neer op het zo veel mogelijk stilleggen van de cellen. In de Celgevaarreactie grijp je het gevaar niet aan, maar probeer je het te overleven. Naviaux stelde vast dat veel lage energietoestanden van diapauze, hibernatie, estivatie, torpor, ischemische preconditionering, autofagie tot calorierestrictie beschreven zijn in de literatuur.

Naviaux gelooft dat de vermoeidheid van ME/cvs het gevolg is van een actieve en opzettelijke remming van de mitochondriën. De mitochondriën zijn niet kapot – ze hebben gas geminderd naar laag stationair draaien. Geconfronteerd met gevaar leggen ze zich stil en exporteren ATP buiten de cellen om andere cellen te waarschuwen dat er gevaar is.

Een hypometabolische aandoening?

Er is veel sprake van subgroepen, maar deze resultaten suggereren dat een hypo- of laagmetabolische kerntoestand aan alle subgroepen ten grondslag kan liggen. Ongeacht welke trigger de aandoening veroorzaakt heeft of dat het een man of een vrouw was, een hypometabolische kerntoestand sprong eruit. De metabolieten waren een beetje verschillend in mannen en vrouwen, maar de kernbevinding – een lage energietoestand – werden in beiden duidelijk.

Naviaux is niet de enige die bewijs vindt van hypometabolisme of suggereert dat er een hypometabolische staat is bij ME/cvs. Marian Lemle was de eerste die in 2007 in een paper voorstelde dat er bij ME/CVS een hypometabolische staat aanwezig was. (Lees de paper hier, Nederlandse vertaling) Ze publiceerde [de] paper: “Hypothese: chronisch vermoeidheidssyndroom wordt veroorzaakt door disregulatie van metabolisme van waterstofsulfide” en opperde in 2009 dat ME/cvs-patiënten in een hibernatieachtige/hypometabolische staat leefden. Ze stelde dat de vermoeide staat waarin ME/cvs-patiënten opgesloten zaten, hen beschermde tegen de schade van overbelasting. Je kan meer vinden over haar hypothese in een interview van 2009: Hydrogen Sulfide and Chronic fatigue Syndrome: The Originator Speaks [Waterstofsulfide en chronisch vermoeidheidssyndroom: de bedenker spreekt, n.v.d.r.].

De Zinns vonden “een globale expressie van hypoactivatie van het CZS [centraal zenuwstelsel, n.v.d.r.]”. Barnden vond “verminderde hersenstamactiviteit”. Het onderzoek van Lipkin/Hornig naar immuniteit en ruggenmergvocht liet bewijs zien van verminderde immuunactiviteit in ME/cvs. Andere onderzoeken vonden verminderde cortisol, verminderde aerobische output, laag bloedvolume, afgenomen activiteit in het parasympatisch zenuwstelsel en verminderde werking van de natuurlijke afweercellen. Hypometabolisme en hypoactivatie lijken de munteenheid in ME/cvs-land te zijn.

Dr. Unger onthulde recent echter dat de ME/cvs-patiënten een brede variëteit aan symptomen tentoonstelden. De meeste mensen geloven dat deze aandoening vol subgroepen zit, wellicht zelfs andere aandoeningen. Als de aandoening op het meest basale niveau homogeen is, waar komt dan die befaamde heterogeniteit in ME/cvs vandaan? Ron Davis suggereert dat genetische polymorfismen één bron kunnen zijn en hij werkt momenteel aan een onderzoek dat de genen en metabolomica in ME/cvs met elkaar eenmaakt. Davis beweert dat een mitochondriale stillegging op verschillende niveaus in verschillende systemen elk symptoom gezien in ME/cvs zou kunnen verklaren.

Een evolutionaire kaping?

CVS is een evolutionair bewaarde, genetisch gereguleerde, hypometabolische toestand gelijkaardig aan dauer, dat het organisme toelaat te overleven en door te zetten onder condities van omgevingsstress, maar ten koste van ernstig gereduceerde werking en kwaliteit van leven.” Naviaux

Naviaux gelooft dat de systemen van mensen met ME/cvs gekaapt zijn door een evolutionaire toestand die adaptief is gedurende perioden van grote stress. De stressor in veel ME/cvs-patiënten is vaak een infectie, maar zoals Naviauxs studie laat zien, kan dit chemische blootstelling, fysiek of psychologisch trauma omvatten of zelfs helemaal geen aanwijsbaar trauma.

Het lijkt erop dat wanneer Naviaux ‘evolutie’ zegt, hij een oude, genetisch ingebedde respons bedoelt, die zich het allereerst liet zien in organismes veel ouder dan de mens. In deze evolutionaire toestand reconfigureert het organisme zijn metabolisme om zo weinig mogelijk energie te gebruiken.

De dichtstbijzijnde dierlijke toestand waarvan Naviauxs resultaten suggereren dat die plaatsvindt in ME/cvs-patiënten gebeurt in wormen die in een “dauer-toestand” gaan om barre condities te overleven. (Dauer is het Duitse woord voor uithouding). Het vermogen van deze wormen om dit uit te houden – ze kunnen vier tot acht keer langer in de “dauer-toestand” leven dan hun normale levensduur – is zo ongebruikelijk dat ze uitvoerig door biologen bestudeerd zijn.

De afwijkende metabolieten in ME/cvs-patiënten zijn gelijk aan deze gezien in de Celgevaarreactie, met één groot verschil: de metabolieten die naar boven zijn afgesteld in de Celgevaarreactie zijn naar beneden afgesteld in ME/cvs en vice versa. (ME/cvs moest natuurlijk verschillend zijn.) De metabolische respons in ME/cvs lijkt niet op de reacties die we zien in ontsteking, infectie of metabolisch syndroom – drie processen waarvan men vermoedde dat ze aanwezig waren in ME/cvs op één of ander tijdstip.

Het verschil liet zich het meeste zien in metabolieten met de naam sfingolipiden, die bijna 50% uitmaakten van de gevonden metabolische problemen. (Reducties in fosfolipidemetabolieten waren ook aanwezig. Er werden nog vele andere wijzigingen gevonden, maar dit waren de grootsten.)

Een “hypo” ziekte? De trendlijn in Naviauxs en andere studies was neerwaarts, neerwaarts, neerwaarts; verminderd metabolisme, aeroob functioneren, NK-celfunctie, hersenactiviteit, cortisol, bloedvolume,….

Sfingolipiden spelen een belangrijke rol in de transmissie van signalen, met name in het weefsel van het zenuwstelsel, en er wordt aangenomen dat ze celmembranen beschermen tegen schadelijke omgevingsfactoren. Sfingolipidemetabolieten, zoals ceramide – de meest gemeenschappelijk verstoorde metaboliet met betrekking tot ME/cvs – zijn betrokken in signaalcascades met betrekking tot stressreacties, ontsteking, celdood en veel meer.

Naviaux zei dat hij niet verrast was dat de sfingolipiden verlaagd waren in ME/cvs – hij had de vermindering van sfingolipiden in andere hypometabolische aandoeningen gevonden zoals autisme, Golfoorlogsyndroom, maar hij was verrast hoe geslonken ze waren in ME/cvs. Geen andere ziekte die hij onderzocht heeft, kwam in de buurt van de totale reductie in sfingolipiden die hij vond in deze studie.

Naviaux gelooft dat dit omgekeerd patroon “een fundamentele respons representeert, om de verspreiding van virale en intracellulaire bacteriële infecties tegen te gaan.” In een MEAction-blog waar Naviaux van onder de indruk was, schreef Jaime wat er aan de hand zou kunnen zijn. Ze suggereerde dat de ceramides naar beneden waren afgesteld teneinde de “lipidevlotten” te verstoren die bepaalde pathogenen gebruiken om de cel binnen te dringen. Het is een andere methode om de cel af te sluiten. Jaime stelde voor dat Naviauxs werk suggereerde dat Rituximab dezelfde “lipidvlotten” zou kunnen verstoren.

Een levende dood

Een langdurige dauer-toestand is duidelijk pathologisch en evolutionair suboptimaal in mensen. (Hoe kan men zich voortplanten wanneer men in zulk een slechte staat is?), maar het zou een vreemd raadsel kunnen helpen verklaren: hoe sommige mensen met ME/cvs echt verschrikkelijk ziek worden zonder te sterven.

Tijdens een telefoongesprek overpeinsde Ron Davis hoe ziek mensen met ME/cvs kunnen worden zonder te sterven. In andere ziektes is het soort van invaliditeit van de meest ernstig zieke ME/cvs-patiënten een aankondiging van de dood. Wanneer mensen ZO ziek worden, zullen ze meestal sterven; er is een proces van start gegaan dat resulteert in de dood.

Maar dat gebeurt in het algemeen niet in ME/cvs. Mensen kunnen lange tijd verblijven in wat praktisch het meest lijkt op een bijna-dood-toestand. Dat zou kunnen suggereren dat er een manier is gevonden om het lichaam levend te houden in een erg lage energietoestand. Naviaux gelooft dat dit zou kunnen beschermen tegen aandoeningen zoals hypertensie, dyslipidemie, centrale obesitas en insulineresistentie.

Er zijn natuurlijk veel schaduwzijdes aan het leven in een lage energietoestand. Naviaux verklaarde dat omdat het meer energie kost om te relaxen dan om te reageren, angst, spanning en hypersensitiviteit de waarschijnlijke uitkomsten zijn van gevangen leven in een lage energietoestand.

Diagnostische test

Naviaux was in staat om 95% en 96% zeker te zijn van zijn diagnose aan de hand van slechts acht en dertien metabolieten in respectievelijk mannelijke en vrouwelijke ME/cvs-patiënten. De signatuur van de metabolieten in de ME/cvs-patiënten in vergelijking met de gezonde controlegroep was in feite zo verschillend, dat zelfs het gebruiken van een enkele metaboliet ook werkte in het identificeren van wie wie was.

Als toekomstige studies Naviauxs bevindingen kunnen valideren, kan er een biologische diagnostische signatuur gevonden worden die te kennen geeft dat ME/cvs-patiënten in een hypometabolische toestand verkeren. Voor het creëren van een echte diagnostische signatuur zal ME/cvs met andere ziektes vergeleken moeten worden, en die studies zijn onderweg.

Het omdraaien van de worm – behandeling

“Je kunt zuurstof naar een mitochondrion brengen, maar je kunt hem niet forceren het te gebruiken” Naviaux

“Metabolomica opent een nieuw raam naar de onderliggende biologie van ME/cvs die ons erg hoopvol maakt dat er snel effectieve behandelingen zullen worden ontwikkeld en getest in goed gecontroleerde klinische proeven” Naviaux

Naviaux gelooft niet dat de antwoorden zullen komen van de huidige behandelingen voor beschadigde mitochondriën. Hij heeft het eerste gedeelte van zijn carrière gespendeerd aan het onderzoek van mensen met genetisch veroorzaakte schade aan de mitochondriën. Mensen met ME/cvs, autisme en andere ziektes hebben mitochondriale problemen, maar die zijn compleet verschillend van mensen met genetisch bepaalde mitochondriale ziektes. Hun mitochondriën zijn uitgeschakeld en niet kapot. Het is een kwestie van ze terug aan te zetten.

Naviauxs idee van ME/cvs-patiënten die gevangen zitten in een soort van afwijkend evolutionair proces, lijkt te herinneren aan Brodericks idee van patiënten die gevangen zitten in een suboptimale toestand of een nieuw normale toestand. Gezien de ingebedde staat van deze toestand gelooft Broderick dat er een aanzienlijke ‘kracht’ (of liever gezegd: vaardigheid) nodig is om ME/cvs-patiënten terug naar een gezonde toestand te krijgen. Bij Dr. Cheney kwam het idee dat mensen met ME/cvs opgesloten zaten in een beschermende toestand al jaren geleden bovendrijven: hij sprak over een gelijkaardig trek-duw-fenomeen. Hij kon ME/cvs-patiënten richting gezondheid duwen, maar het was alsof al hun systemen hen weer terug trokken.

Als Naviaux gelijk heeft, komt ME/cvs waarschijnlijk niet door één defect; er zijn verschillende veranderingen nodig voordat deze hypometabolische toestand het kan overnemen en het zal waarschijnlijk voorzichtige, gekalibreerde veranderingen nodig hebben om het systeem mee te lokken.



ME/cvs is net als auto die er al een poos stond – je kan niet gewoon de motor weer aanzetten en verwachten dat die goed zal draaien.

Hoewel al de metabolische abnormaliteiten die Naviaux gevonden heeft in ME/cvs een consequentie kunnen zijn van een lage beschikbaarheid van NADPH, waarschuwt Naviaux dat het simpelweg toevoegen van NADPH niet zou werken. Stapsgewijze verbeteringen in de NADPH-productie zouden theoretisch bereikt kunnen worden door behandelingen waarin men focust op folaat, B12, glycine en serinegroepen en B6-metabolisme, maar er zijn nog geen klinische onderzoeken gedaan om dit te bewijzen.

Hij vergeleek een ME/cvs-patiënt met een wagen die een lange winterperiode heeft binnen gestaan. Je kunt niet verwachten dat de wagen ineens start en goed loopt. Je moet de vloeistoffen aanvullen en de wagen klaarmaken alvorens je start, anders kun je hem verder beschadigen. Behandelen is niet simpelweg het aanvullen van de metabolieten die laag staan. De lage metabolieten weerspiegelen een ontwrichting van een netwerk – ze zijn niet zelf de oorzaak.

Antiviralen, zo waarschuwden hij en Ron Davis, zouden meer schade kunnen berokkenen dan goed doen wanneer ze gegeven worden aan een persoon zonder een duidelijk signaal van infectie. Antiviralen en antibiotica kunnen, naar het blijkt, de mitochondriën beschadigen. (Net zoals statines [cholesterolverlagers, n.v.d.r.], valproaat [tegen epilepsie, bipolaire stoornissen en migraines, n.v.d.r.] en metformine [tegen diabetes 2, n.v.d.r.].)

Veel antibiotica, zoals tetracycline, erythromycine en de fluoroquinolones (zoals Cipro) en antiviralen zoals aciclovir, fialuridine, AZT, en ddC remmen ook de werking van de mitochondriën wanneer ze chronisch (meestal langer dan 3 weken) worden gebruikt. Omdat mitochondriën afstammelingen zijn van vrij levende bacteriën, is hun mechanisme voor de synthese van proteïnen, RNA-synthese en DNA-duplicatie gevoelig voor veel antibiotica en om redenen die uniek zijn aan de synthese van mitochondriën, zijn ze ook gevoelig voor antiviralen. Chronisch gebruik van deze medicijnen kan meer schade aanrichten dan goed doen wanneer er niet langer goed bewijs is van een actieve infectie. Naviaux.

Kijk voor meer over antivirale middelen, behandeling en andere aspecten van de paper naar Naviauxs vraag-en-antwoordsessie.

Uiteindelijk zullen effectieve behandelingen het systeem moeten benaderen door het integreren van nutriënten, metabolisme, het aan het licht brengen van de triggers en de stressors en het begrip van de rol die beweging speelt. Het begrijpen van wat de trigger is tot de toegang van de dauer-achtige toestand van lage energie en hoe het systeem deze toestand kan verlaten, zal doorslaggevend zijn.

Ron Davis ziet een kernbehandelingsregime voor zich in combinatie met meer gepersonaliseerde behandelingen en suggereert dat Naviauxs bevindingen kunnen verklaren waarom welke behandeling wel werkt voor de één en niet voor de ander. De verschillende secundaire reactiepaden die men in mannen en vrouwen heeft gevonden, suggereren dat gender de behandeling zal beïnvloeden. Daarnaast waren 75% van de metabolieten in de ME/cvs-patiënten “gepersonaliseerd”, dat wil zeggen dat ze uniek waren voor het individu en dit zal de regels voor de behandeling leiden. Leeftijd doet er ook toe. In feite zal een onderzoek waarin de deelnemers niet volgens leeftijd en gender gematcht zijn, tot gevolg hebben dat de metabolomicaresultaten vervagen.

De juiste behandeling voor ME/cvs-patiënten creëren zal zeker even duren, maar misschien niet al te lang. Aan de positieve kant gelooft Naviaux dat al het bewijs te vinden is in de chemie. Het is gewoon een kwestie van het uit te vissen.

Snel uitbreidend veld

Het goede nieuws is dat metabolomica een snelgroeiend vakgebied is. Naviaux zegt dat deze studie vijf jaar geleden niet uitgevoerd had kunnen worden. In de volgende twee jaar zal het vermogen om de metabolische onderdelen te ontdekken verdubbelen. Het slechte nieuws is dat de snelle groei in dit veld enige kosten met zich meebrengt. Laboratoria ontwikkelen nieuwe technieken die gestandaardiseerd en gekruisvalideerd moeten worden. Onderzoekers moeten weten dat onderzoeksresultaten met instrument X hetzelfde betekenen als onderzoeken met instrument Y.

Naviauxs volgend ME/cvs-onderzoek zal 50% groter zijn en mensen uit de hele Verenigde Staten opnemen. Het zal ook een metabolomicacentrum bij UC Davis betrekken om zo het proces van het valideren en standaardiseren te versnellen.

Is het lampje nu gaan branden voor ME/cvs? Hebben we het onderliggende probleem gevonden? Naviaux gelooft dat hij een basis heeft gevonden voor het methodologisch oplossen van een ziekte in welke zelfs de behandelingen van experts te vaak speculatief zijn.

Naviauxs pad is geen gemakkelijk pad dat in één dag afgewerkt zal zijn. Het vereist in elk geval het begrip van een hele rist biochemische reacties, maar Naviaux gelooft dat ons groeiend vermogen om de fysiologie van onze cel af te luisteren, de deur zal openen naar het begrijpen en behandelen van hypometabolische toestanden zoals ME/cvs.

De tijd zal het uitwijzen.

Conclusies

  • Er is een biochemische handtekening gevonden die, als ze gerepliceerd wordt, de ziekte een eerste diagnostische biomarker zou kunnen opleveren
  • Een hypometabolische kerntoestand lijkt aan de grondslag te liggen van de heterogeniteit die we zien bij ME/cvs
  • De hypometabolische toestand waarin ME/cvs-patiënten zich bevinden, is pathologisch geworden. Het zou echter afgeleid kunnen zijn van een evolutionair proces dat bedoeld is om een organisme de mogelijkheid te geven zich neer te schurken en hulpbronnen te sparen tijdens een pathogeenaanval of een andere situatie
  • Een toestand van verlaagd functioneren lijkt karakteristiek te zijn voor ME/cvs: van een hypometabolische staat in de hersenen, over de verminderde immuunactiviteit in langetermijnpatiënten, tot het verminderd aerobisch functioneren, het verminderd functioneren van cortisol en parasympathisch zenuwstelsel, en nu het metabolisme.
  • De hypometabolische toestand bij ME/cvs verschilt van het soort celgevaarreactie die we zien bij inflammatoire aandoeningen en ontstekingen, maar lijkt op wat we zien bij autisme en aanverwante ziektes. De graad van reductie in sfingolipidemetabolieten gezien bij ME/cvs, was uitzonderlijk en zou een weerspiegeling kunnen zijn van een alternatieve manier om te voorkomen dat een infectie zich verspreidt.
  • Behandeling is een complex proces dat betekent dat je eerst de metabolische reactiepaden moet bijstellen om de cel de kans te geven om uit de gevaarreactie te glippen en weer normaal te gaan functioneren, en dat je dan de signaliseringsprocessen moet gebruiken om de cel te vertellen dat “het gevaar geweken is”. Om dit te bereiken moet je meer doen dan de tank van uitgeputte metabolieten opvullen. Hoewel het proces complex is, gelooft Naviaux dat de chemische signalen die hij vindt, uiteindelijk zullen leiden tot een duidelijke behandelingsmethode.

© Health Rising. Vertaling Esther, redactie Abby & Zuiderzon, ME-gids.


Lees ook

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
1
2
Datum/Tijd Evenement
25/11/2024
19:00 - 21:00
Webinar epigenetisch onderzoek bij ME/cvs en fibromyalgie
27/11/2024
20:00 - 21:00
Webinar voor huisartsen over post-COVID
07/12/2024
13:00 - 17:30
Creatief kerstmarktje
Parkresidentie Institut Moderne, Gent
Recente Links