Suzanne Vernon, Bateman Horne Center, 15 april 2016
Het ontdekken van biomarkers – Fcg-receptoren bij ME/CVS
Het Bateman Horne Centrum (BHC) is vastbesloten om ME/cvs en FM naar de voorgrond te brengen door zich te richten op het ontdekken van biomarkers. Biomarkers zullen de diagnose en behandeling verbeteren en ons op pad zetten richting een remedie. Het is de krachtige combinatie van een actief en gespecialiseerd medisch expertisecentrum met een innovatief onderzoeksprogramma onder één dak, dat ons in staat stelt om ons zo effectief mogelijk op dit werk te concentreren.
Om ons doel te bereiken, namelijk het vinden van een biomarker, rekruteren wij een Research Ready Army [letterlijk: een leger dat klaar staat voor het onderzoek] van goed gedefinieerde patiënten die graag willen deelnemen. Ons Research Ready Army helpt om de ontdekking van biomarkers aan te sturen door deelname aan een uitgebreid klinisch onderzoek, door vragen te beantwoorden en bloedmonsters te verschaffen. Deze waardevolle en veilige data worden op hun beurt gedeeld met topwetenschappers – die elk werken aan verschillende potentiële biomarkers – zoals Dr. Isabel Barao, een kankerimmunoloog en ME/cvs-onderzoeker aan de Universiteit van Nevada, Reno (UNR).
In deze gastblog legt Dr. Barao het onderzoek uit dat zij doet om potentiële immuundisfunctie bij ME/cvs te ontdekken als een potentiële biomarker.
__________
Fcg-receptoren (FcγRs) bij ME/cvs door Dr. Isabel Barao
Een aantal symptomen van ME/cvs houdt verband met immuundisfunctie. Een Fc-receptor (FcR) is een eiwit dat aangetroffen wordt op het oppervlak van bepaalde cellen die bijdragen tot de beschermende functies van het immuunsysteem.
Ik stelde de hypothese dat FcR-eiwitdisfunctie een risicofactor is voor het ontwikkelen van ME/cvs.
Bij een gezond immuunsysteem binden de Fc-receptoren (FcR’s) zich aan antilichamen die aangehecht zijn op geïnfecteerde cellen of binnendringende pathogenen, die andere bepaalde cellen stimuleren om de geïnfecteerde cellen te vernietigen. Er zijn verschillende types van FcR’s, die elk worden geclassificeerd door het type antilichaam dat zij herkennen. Degene die zich binden aan de meest voorkomende categorie van antilichamen, IgG, worden Fc-gamma-receptoren of FcγR’s genoemd.
FcγR’s zijn verantwoordelijk voor het effectief onder controle houden van zowel B-cellen (een type witte bloedcellen) als naturalkillercellen (NK-cellen), een essentieel onderdeel van het immuunsysteem. NK-cellen staan centraal in het genereren van passende reacties op een infectie en in het voorkomen van auto-immuniteit. Als dit evenwicht verloren gaat, is er sprake van een verhoogde vatbaarheid voor kanker, auto-immuniteit en infectie. Daarentegen faciliteert optimale FcγR-activiteit het effectief oplossen van ziekte en respons op immuuntherapie. De onderliggende genetica van de FcγR-genenfamilie zijn een centraal onderdeel van deze balans.
Omdat een aantal symptomen van ME/cvs verband houden met immuundisfunctie, heb ik de hypothese gesteld dat FcγR’s risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van ME/cvs. Mijn onderzoek was gericht op de biologie van lymfocyten en op het ontwerp van effectieve immuuntherapieën om ziekte te behandelen. NK-cellen zijn de eerste verdedigingslinie tegen virussen en kanker en tekort aan NK-cellen komt bij ME/cvs voor. Patiënten hebben een verhoogde vatbaarheid voor infecties en een toegenomen risico op het ontwikkelen van non-Hodgkin lymfoom.
Ik probeer te bepalen of er abnormale NK-celfunctie is bij ME/cvs-patiënten. NK-cellen brengen FcγR’s tot expressie en deze receptoren herkennen en binden zich aan het antilichaam dat zich heeft vastgemaakt aan het oppervlak van een geïnfecteerde kankercel. Zo gauw de FcγR’s zich binden aan het antilichaam, wordt de NK-cel geactiveerd en geeft het lytische eiwitten af, die de oorzaak zijn van de dood van de geïnfecteerde cel of kankercel. Dit wordt antilichaamafhankelijke celgemedieerde cytotoxiciteit (ADCC) genoemd. Het ADCC-vermogen van NK-cellen bij ME/cvs-patiënten is onbekend.
In samenwerking met het Bateman Horne Center, het Nationaal Kankerinstituut (NCI) bij NIH en Roche Farmaceuticals, onderzoeken mijn UNR-collega’s en ik mutaties in NK-cellen van ME/cvs-patiënten en hun verband met ADCC-vermogen en ziektepathologie. Het team is vastbesloten om klinische ME/cvs-subtypes te definiëren door FcγR-immuunprofielen te maken en om immuuntherapieën te ontwikkelen om de ziekte te behandelen.
Dit onderzoek wordt ondersteund door het NIH (CTR-IN 1U54GM10444-2 en R21AI117491), Simmaron Research, Inc., Solve ME/CFS Initiative en particuliere donors. De eerste manuscripten zijn in voorbereiding.
© Bateman Horne Center. Vertaling Meintje, redactie Zuiderzon en Abby, ME-gids.