Cort Johnson, Health Rising, 21 december 2015
Het lijkt erop dat elke week meer nieuws brengt dat het verrassende belang benadrukt dat de darmen hebben voor onze gezondheid.
Een paar jaar geleden financierde het Solve ME/CFS Initiative een pilootstudie naar de effecten van inspanning op de darmflora van ME/CVS-patiënten. Het was een van die studies met meerdere facetten die Suzanne Vernon graag financierde. Er was een inspanningscomponent, een darmcomponent, een bloed- en een ontlastingscomponent en een tijdscomponent. Het heeft een tijd geduurd voordat het werd gepubliceerd, maar hier is het.
PLoS One. 2015 Dec 18;10(12):e0145453. doi: 10.1371/journal.pone.0145453 . Changes in Gut and Plasma Microbiome following Exercise Challenge in Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome (ME/CFS). Shukla SK, Cook D, Meyer J, Vernon SD, Le T, Clevidence D, Robertson CE, Schrodi SJ, Yale S, Frank DN.
http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0145453
In deze kleine (n=20) studie onderzochten zij eerst de darmflora (ontlastingmonster) en de bacteriële component van het bloed. Daarna lieten zij mensen met het ME/CVS en gezonde controle deelnemers op een fiets trappen tot ze uitgeput waren. Dan werden 15, 48 en 72 uur na de fietstest opnieuw monsters afgenomen van bloed en ontlasting.
Het idee was om een mogelijke oorzaak voor postexertionele malaise te vinden. De studie werd gedreven door bevindingen die suggereren dat de darmflora dramatisch aangetast kan worden door inspanning. De darmflora reageert zo sterk op inspanning, dat een systematische reviewpaper suggereerde dat het “zich gedraagt als een endocrien orgaan en gevoelig is voor de homeostatische en fysiologische veranderingen die in verband worden gebracht met inspanning.”
Bij gezonde mensen lijkt inspanning de gezondheid te verbeteren door de diversiteit van hun darmflora te vergroten. Maar zou het kunnen dat de interactie tussen darmflora en inspanning een tweesnijdend zwaard is? Zou inspanning veranderingen in de darmen kunnen triggeren die uitputting produceren in plaats van gezondheid? In het bijzonder: zou het ervoor kunnen zorgen dat er darmmicroben in het bloed terechtkomen – en daarmee een verwoestende immuunreactie in gang zet, die vermoeidheid, pijn, cognitieve problemen en andere symptomen veroorzaakt bij ME/CVS?
Laten we eens kijken wat zij gevonden hebben:
Resultaten
Deze bevindingen suggereren een rol voor een veranderd darmmicrobioom en verhoogde bacteriële translocatie [migratie van bacteriën], volgend op inspanning bij ME/CVS-patiënten die verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor de diepgaande postexertionele malaise die door ME/CVS-patiënten wordt ervaren.
De auteurs
Het is belangrijk om eerst op te merken dat darmsymptomen niet, herhaal, niet vereist waren voor deze studie. De patiënten in de studie rapporteerden weinig darmsymptomen. De darm, zo blijkt, kan ernstig beschadigd worden zonder veel symptomen te genereren of kan dramatische symptomen produceren zonder ernstig beschadigd te zijn. Zowel coeliakie en non-coeliakie glutenovergevoeligheid, bijvoorbeeld, kunnen bestaan zonder dat significante darmsymptomen aanwezig zijn.
Hartslag – Een kleine afwijking
Met uitzondering van de hartslag (die verlaagd was), waren de metingen van de VO2-max en andere metingen vergelijkbaar tussen de gezonde controles en de ME/CVS-patiënten*. Een onvermogen om de hartslag op te voeren naar normale niveaus gedurende inspanning wordt chronotrope incompetentie (CI) genoemd. Ondanks dat deze niet zo bekend is als de afname in de VO2-max, wordt CI bij ME/CVS gevonden – en het wordt in verband gebracht met “inspanningsintolerantie” bij andere ziekten.
* Gelet op de maximale zuurstofopname betrof het onderzoek zeker geen “zware gevallen van CVS” en merk op dat het om een CVS-populatie gaat die voldoet aan de te ruime Fukuda criteria.
Een review uit 2011 toonde aan dat CI “inspanningsintolerantie produceert die de kwaliteit van leven aantast, en een onafhankelijke voorspeller is van belangrijke cardiovasculaire bijwerkingen en algehele mortaliteit”. CI lijkt te worden veroorzaakt door problemen met het sympathisch/parasympathisch zenuwstelsel.
Darmflora
De studie suggereerde dat inspanning grote, zelfs buitenmaatse effecten zou kunnen hebben op de darmflora bij ME/CVS. In plaats van minder sterk te reageren op inspanning, reageerde de darmflora bij ME/CVS significant sterker op inspanning dan die van gezonde controles. Inspanning verhoogde de overvloed van 6 van de 9 aanwezige darmphyla [bacteriestammen] van de gezonde controles. Bij de ME/CVS-patiënten stelde men een aanwas van darmbacteriën vast.
Suzanne Vernon zei dat ze niet wist waarom inspanning ervoor zorgde dat de bacteriën zoveel groeiden bij de ME/CVS patiënten, maar schreef het toe aan een “bacteriële aanwas”.
Mijn hypothese is dat het lijkt op een “bacteriële aanwas” die niet gezond is en potentieel bijdraagt aan verhoogde inflammatie en andere problemen die voorkomen als iets (in dit geval bacteriële groei) te snel plaatsvindt en het evenwicht hevig verstoort.
Suzanne Vernon
De verhoogde overvloed van bacteriën in de ontlasting van ME/CVS-patiënten werd weerspiegeld in hun bloed. Vijftien minuten na de inspanning doken soorten van de Clostridiumbacterie op in het bloed van ME/CVS-patiënten. Bacillibacteriën verschenen na 48 uur. Terwijl de meeste bacteriële ladingen in het bloed van de gezonde controles verminderde, bleven ze bij ME/CVS-patiënten hoog drie dagen na de inspanning.
Clostridium is een geslacht van obligaat anaerobe organismen (bacteriën) [vert.: kunnen niet overleven in aanwezigheid van zuurstof], die gedijen in zuurstofarme omgevingen. Vijf soorten waaronder C. botulinum, C. tetanus, en C. difficile veroorzaken de meest ernstige problemen bij mensen, maar vele andere zijn betrokken bij de gezondheid van de darmen. Suzanne Vernon zei dat de Clostridium complexen die in de studie verschenen, belangrijke regulatoren van de gezondheid van de darmen waren.
Enige translocatie van de darmen naar het bloed vindt zelfs bij gezonde mensen plaats, maar het kwam in veel grotere mate voor bij de ME/CVS-patiënten in deze studie. De bevindingen suggereerden dat inspanning, ofwel door het veranderen van de darmflora, ofwel op een andere manier, de integriteit van de darmwand in gevaar bracht. Als de darmbacteriën eenmaal in het bloed ontsnapten, zou het zeker door het immuunsysteem aangevallen worden.
Maes was misschien wel de eerste ME/CVS-onderzoeker, die op dit potentiële probleem stuitte. Zijn studie uit 2008 beschreef hetgeen op dat moment een “nieuwe route” voor het veroorzaken van ME/CVS was: verzwakte zonula occludens waardoor darmmateriaal naar het bloed ontsnapt.
Door het vinden van bewijs van verhoogde immuunresponsen (IgA/IgM) tegen deze darmmaterialen liet Maes zijn ME/CVS-patiënten aan een jaar durend dieet tegen lekkende darm (leaky gut) beginnen naast een programma van anti-inflammatoire supplementen dat glutamine, N-acetylcysteïne en zink bevatte. Het dieet/ de supplementen verminderden de niveaus van de pro-inflammatoire factoren in hun bloed en veel patiënten verbeterden.
Maes toonde later aan dat de immuunrespons op darmmateriaal dat in het bloed lekt, depressie kan veroorzaken, en bij ME/CVS in verband kan worden gebracht met toename van symptomen. Hij maakte onlangs een groots schema dat stelt dat veel factoren waaronder translocatie van darmbacteriën [verplaatsing] een breed scala ondersteunen van wat hij inflammatoire en oxidatieve en nitrosatieve stressstoornissen noemt, waaronder depressie, inflammatoire darmziekte (en ME/CVS).
Gezien de verhoogde aanwezigheid van Firmicutes die in deze studie werden gevonden bij ME/CVS-patiënten, is het intrigerend dat Rifaximin(e), een antibioticum dat soms wordt gebruikt bij het prikkelbare darmsyndroom (PDS), bij voorkeur Formicutes soorten reduceert, waaronder Clostridium sp.
Anekdotisch hebben enkele ME/CVS-patienten opmerkelijke stemmings- en andere veranderingen gerapporteerd nadat hun darmflora was gewijzigd. Esther was in staat om haar antidepressiva af te bouwen, te stoppen met Xanax [stofnaam Alprazolam] en Stilnoct [stofnaam Zolpidem], haar dosis Trazodon te halveren en afscheid te nemen van haar psychiater (zielenknijper) na een behandeling met Rifaximin voor enkele darmproblemen,
Ik vroeg Suzanne (Vernon) of zij enige verwachtingen had van wat de studie zou vinden. Ze wist niet wat te verwachten met deze studie – behalve dat ze verwachtte iets te vinden. De darmen zijn zo groot en complex, en er is zo veel dat we niet weten dat het onmogelijk voor haar was om te voorspellen wat ze zouden kunnen vinden.
Het feit echter, dat zij in staat waren om significante veranderingen te detecteren met zo’n kleine steekproef (10 patiënten en 10 gezonde controles) was “best opwindend” voor haar, en toont aan dat het microbioom inderdaad erg belangrijk zou kunnen zijn bij ME/CVS.
Heeft Shukla of probeert Shukla een NIH-subsidie te krijgen met behulp van de bevindingen? Ze zei dat hij een subsidievoorstel had ingediend in 2010 of 2011 dat niet werd toegekend, maar hoopte dat Shukla het met deze “opwindende resultaten” en de recente belofte van NIH van meer onderzoeksfinanciering, opnieuw zou proberen en succesvol zou zijn.
Ze wees erop dat grotere studies die in staat zijn om individuele soorten te identificeren en de microbiële diversiteit te bepalen, erg noodzakelijk zijn. We staan slechts aan het begin van ontdekken wat er gebeurt in de darmen van ME/CVS-patiënten.
Er zijn vele onbekende factoren bij het darmmicrobioom bij ME/CVS en dus is er veel ruimte voor goed ontworpen wetenschappelijke exploratie van het darmmicrobioom. Zoals mijn vrienden (die toevallig ook patiënten zijn) mij eraan herinneren dat het belangrijkste onderzoek voor hen het soort onderzoek is dat liever eerder dan later een behandeling zal voortbrengen.
Suzanne Vernon
De auteurs stelden dat de manipulatie van darmflora waaronder probiotica, prebiotica, voedingsvezels en faecale transplantatie van microbiota nuttig zou kunnen zijn bij “andere chronische, inflammatoire, niet-overdraagbare ziekten.”
Er moet duidelijk veel meer worden gedaan. Deze studie was te klein om in staat te zijn om er individuele soorten uit te pikken of om de overvloed van groepen van zeldzamere bacteriestammen (Phyla) te onderzoeken. Het was een pilootstudie; een eerste blik op de effecten van inspanning op de darmen van ME/CVS-patiënten, maar het suggereerde dat er iets afwijkends gebeurt en dat er ook iets opduikt in hun bloed. Hopelijk zal het zich vertalen in een grotere studie of studies.
In de tussentijd kun je de darmen toevoegen aan een groeiende lijst systemische (cardiovasculair, immuun-, zenuwstelsel) studies die aantonen dat zij worden beïnvloed door inspanning bij ME/CVS.
Wij zijn nog heel ver verwijderd van het begrijpen van de rol die de darmen spelen bij ME/CVS. De eerste bevindingen zijn echter veelbelovend. Ten minste vijf darmstudies zijn momenteel onderweg bij ME/CVS: twee, misschien drie, door Dr. Lipkin en Dr. Hornig, een studie van Maureen Hanson, het ME/CVS microbiota project in het Verenigd Koninkrijk en de studie naar de ernstig zieken van de Open Medicine Foundation.
Hansons door NIH gefinancierde darmstudie heeft niet veel persaandacht gekregen, maar is indrukwekkend, is al een tijdje gaande en zou binnenkort afgesloten kunnen worden. Het zal geen inspanningscomponent hebben, maar het ziet er naar uit dat de studie van Hanson in staat zou kunnen zijn om de individuele soorten in de darmen te kunnen identificeren. De studie zal de bacteriële diversiteit en samenstelling van de darmflora bij ME/CVS-patiënten en gezonde controles bepalen. Ze werkt samen met Dr. Susan Levine en een ervaren darmonderzoeker, Dr. Ruth Ley.
© Cort Johnson, Health Rising. Vertaling Meintje, redactie Zuiderzon en Abby, ME-gids.
Lees ook