ME Research UK, 23 augustus 2016
Classificatie van ongewenste bijwerkingen van voedingsmiddelen (Uit: Turnbull JL, et al. Aliment Pharmacol Ther 2015; 41: 3–25. Diagnose en aanpak van voedingsallergie en voedingsintoleranties: afbeelding http://bit.ly/2bsb0nl)
Ongeveer 20% van de bevolking in moderne samenlevingen reageert slecht op bepaalde voedingsmiddelen en sommigen hebben werkelijk voedingsintoleranties, gedefinieerd als ongewenste niet-allergische reacties die geen directe immuunreactie met zich meebrengen. De meest courante voedings’gevoeligheden’ in de moderne wereld zijn: gluten, lactose, fructose, melk en eieren, maar er is een veelheid aan kandidaten (zie grafiek).
Voedingsintoleranties spelen ook een belangrijke rol bij ME/CVS. Gevoeligheid voor voedingsstoffen is één van de mogelijke “immuungerelateerde, gastro-intestinale & urogenitale beperkingen” gebruikt voor diagnose (zie de ICC-definitie van 2011), en veel individuele patiënten zeggen dat ze voordeel halen uit het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen. Gluten is een goed voorbeeld, en we weten uit e-mails en telefoontjes aan ME Research UK dat gluten weglaten uit het dieet de symptomen van sommige patiënten verlicht. Deze symptomen omvatten niet enkel darmongemak (buikpijn, opgeblazen gevoel, enz.) zoals te verwachten valt, maar ook meer systemische uitingen zoals hersenmist, hoofdpijn, gewrichts- en spierpijn. Nu oppert een nieuw rapport in het augustusnummer van 2016 van Acta Pediatrica (lees meer) dat melkeiwit mogelijk bijdraagt tot symptomen, tenminste bij bepaalde ME/CVS-patiënten.
De erg actieve groep onder leiding van Prof. Peter Rowe aan John Hopkins University School of Medicine in Baltimore heeft een tweejarige cohortstudie uitgevoerd naar fysieke bevindingen en resultaten bij jonge mensen met ME/CVS. Wat zo mooi is aan een onderzoeksprogramma is dat onverwachte waarnemingen opgevolgd kunnen worden, en de groep had opgemerkt dat een aantal van hun patiënten symptomen en tekenen hadden die overeenkwamen met een uitgestelde reactie op melkeiwit.
Lactose is één van de bestanddelen van melk die kunnen bijdragen tot intoleranties. © Cohen cartoons http://bit.ly/2c21A47
Om te testen of melkintolerantie een factor kan zijn in het in stand houden van de ziekte, ontwierpen ze een substudie om algemene levenskwaliteit te bestuderen (waaronder vermoeidheid, slaap en activiteitsbeperkingen veroorzaakt door gezondheidsproblemen) voor en na een periode van zes maanden van melkeiwitrestrictie. Melkeiwitintolerantie wordt enkel op basis van klinische gronden gediagnosticeerd omdat er tot op heden geen gevalideerde laboratoriumtests bestaan, dus voerde het team een eerste voedingsonderzoek uit. Van 55 jonge ME/CVS-patiënten werden er 17 (31%) intolerant bevonden aan melkeiwit. Tijdens de testfase van de studie meldden sommige deelnemers een klinisch belangrijke verbetering in de frequentie en ernst van hun symptomen eens melkeiwit uit hun dieet geschrapt was. Deze patiënten werden 6 maanden op een melkvrij dieet gezet en hun levenskwaliteit werd vergeleken aan het begin en het einde van de studie met dat van patiënten die melkeiwit konden verdragen.
Aan het begin van de studie was de gezondheidsgerelateerde levenskwaliteit beduidend slechter bij patiënten met melkeiwitintolerantie dan bij patiënten zonder. Maar zes maanden na het melkvrije dieet was de levenskwaliteit meer verbeterd bij patiënten met melkeiwitintolerantie en was er niet langer een verschil in levenskwaliteit tussen beide groepen. Bovendien hadden melkintolerante patiënten die het melkvrij dieet volgden, verbetering in symptomen van het bovenste deel van het maag- en darmstelsel en systemische symptomen en deze verbeteringen deden zich voor binnen de twee weken na de start van het dieet. Natuurlijk is het onmogelijk te zeggen of deze effecten enkel te wijten waren aan het melkvrije dieet, want dit was geen gerandomiseerd onderzoek. Het bewijs is echter zeker veelbetekenend, en het zou kunnen dat een melkvrij dieet een beduidend positief effect zou kunnen hebben bij ME/CVS-patiënten.
Volgens de auteurs is het belang van de resultaten vooral dat bijna een derde van de adolescenten en jongvolwassenen met ME/CVS “bewijs vertoonde van behandelbare melkeiwitintolerantie”. Dit is een hoger aantal dan verwacht, gezien het bewijs dat de prevalentie van ‘echte’ reacties op voeding waarschijnlijk vrij laag is in de algemene bevolking (lees meer). Belangrijk was dat de meeste patiënten in de studie die voordeel haalden uit een melkvrij dieet, voordien niet beseften dat melk een aandeel had in hun symptomen, waarschijnlijk gezien de vertraging tussen inname en symptomen (in tegenstelling tot echte voedingsallergieën waarbij symptomen zich veel sneller ontwikkelen). De auteurs wijzen erop dat voor patiënten met ME/CVS de situatie verhelderd kan worden door gedurende twee weken een melkvrij dieet te testen. Hoewel melkconsumptie stoppen of verminderen niet het ‘antwoord’ is op ME/CVS, is het nuttig om weten dat de symptomen van ME/CVS bij bepaalde mensen verergerd kunnen worden door melk, een courant voedingsmiddel. Als we kunnen verdergaan op de ervaring van patiënten met het vermijden van gluten (lees meer), zou het effect van een kort melkvrij dieet zowel verrassend als aangenaam kunnen zijn.
© 2016 ME Research UK — Scottish Charitable Incorporated Organisation No. SC03694. Vertaling Abby, redactie Zuiderzon, ME-gids.
Cow’s milk protein intolerance in adolescents and young adults with chronic fatigue syndrome
Peter C. Rowe, Colleen L. Marden, Samantha E. Jasion, Erica M. Cranston, Marissa A. K. Flaherty, Kevin J. Kelly
Acta Paediatrica, 2016. 105: e412–e418
First published: 3 June 2016
DOI: 10.1111/apa.13476
Abstract
Aim
To examine the prevalence, clinical features and influence on illness severity of cow’s milk protein intolerance in young people with chronic fatigue syndrome.
Methods
In a two-year prospective study of 55 adolescents and young adults with chronic fatigue syndrome, we defined intolerance to milk protein if subjects reported (i) no evidence of immediate or anaphylactic reactions to milk, (ii) at least 2 of the following 3 chronic symptoms: gastroesophageal reflux, early satiety and epigastric/abdominal pain, (iii) improvement in upper gastrointestinal symptoms on a milk protein elimination diet and (iv) at least 2 recurrences of upper gastrointestinal symptoms >two hours following open re-exposure to milk protein. Subjects completed three quality of life surveys at baseline and at six months.
Results
The mean (SD) age of the 55 participants was 16.5 (2.1) years. Seventeen (31%; 95% CI, 19–43%) met study criteria for cow’s milk protein intolerance. Compared to milk-tolerant subjects, milk-sensitive participants had significantly worse health-related quality of life at baseline but not at six months (after institution of the milk-free diet).
Conclusion
Cow’s milk protein intolerance is a common problem in young people with chronic fatigue syndrome and is a treatable contributor to their symptoms.
Citeren?
Rowe, P. C., Marden, C. L., Jasion, S. E., Cranston, E. M., Flaherty, M. A. K. and Kelly, K. J. (2016), Cow’s milk protein intolerance in adolescents and young adults with chronic fatigue syndrome. Acta Paediatr, 105: e412–e418. doi:10.1111/apa.13476
Boeken
- Lekker zonder allergenen (Yves Thomaes, 2015) (Link naar bol.com)
- Eet wat bij je past, het kookboek (Christine Tobback, 2013) (Link naar bol.com)
- Gezond of gezondigd (Christine Tobback & Kenny De Meirleir, 2011) (Link naar bol.com)
- Vechten met gerechten tegen glutengevoeligheid en coeliakie (Titi Koolsbergen en Janneke Vreugdehil, 2009) (Link naar bol.com)
- Eet wat bij je past (Christine Tobback, 2009) (Link naar bol.com)
4 reacties
Lactose versus Caseine
Merci
Ha Zuiderzon, dankjewel voor je toelichting. Ik had natuurlijk zelf kunnen kijken naar de bron van dit artikel. Opvallend vind ik het vooral dat verschillende diëten telkens terugkomen binnen het plaatje van ME, maar dat er helaas (nog) niet een enkel soort dieet is dat gaat helpen. Uiteraard is de ene patiënt de andere niet en blijft iedereen zoeken naar zijn of haar oplossing. In mijn geval: suiker- en gluten- en zuivelvrij. Het helpt helaas maar een beetje, ik durf niet te denken hoeveel slechter het met me zou kunnen gaan als ik me hier niet aan zou houden.
Overigens is het niet zo dat het weglaten van zuivel onmiddellijk leidt tot tekorten. Er zijn immers genoeg veganisten op deze wereld te vinden, die niet ondervoed zijn!
Groetjes, Bloem