ME Research UK, 3 september 2015
Een hoofdkenmerk van ME/cvs is dat de symptomen verergeren door inspanning, soms 24-48 uur na afloop, zelfs als de inspanning vrij mild is volgens normale standaarden. Dr. David Patrick en collega’s onderzoeken aan de universiteit van British Columbia in Canada post-exertionele symptomen van patiënten waarbij zij recent beschikbare gen-sequencing technieken gebruiken die hen toestaan veel dieper door te dringen in genexpressie van de gastheer (patiënt) dan voorheen mogelijk was.
De National Institutes of Health in de Verenigde Staten hebben het grootste gedeelte van het werk m.b.t. het RNA sequencen uit monsters gefinancierd, en ME Research UK’s financiering zal aanvullende metingen van mRNA-expressie tot 7 dagen na inspanning mogelijk maken. De onderzoeksgroep hoopt specifieke genexpressiepatronen of reacties te kunnen identificeren bij ME/CVS-patiënten die langdurige post-exertionele symptomen zouden kunnen verklaren.
Lees er meer over hieronder op de specifieke projectpagina:
Genexpressie gedurende post-exertionele symptoomopflakkering bij ME/CVS: een hypothese-genererende studie.
De hoofdonderzoekers
Dr David Patrick en collega’s
Instituut
School of Population and Public Health, University of British Columbia, British Columbia, Canada
Financiering
National Institutes of Health & ME Research UK
Achtergrond en doel
Een hoofdkenmerk van ME/CVS is dat de symptomen verergeren door inspanning, soms 24-48 uur na afloop, zelfs als de inspanning vrij mild is volgens normale standaarden.
Zelfs de NICE klinische richtlijn uit 2007 vereist “post-exertionele” symptomen (vertraagd, met langzaam herstel gedurende meerdere dagen) om een diagnose te kunnen stellen. Dit is waarom verschillende onderzoeksgroepen in de loop van de jaren geprobeerd hebben om fysiologische veranderingen te meten voor en na inspanning, en verschillen hebben gerapporteerd in immuunparameters en oxidatieve stress volgend op inspanning bij ME/CVS-patiënten vergeleken met gezonde mensen ( zie een overzicht )
Inspanning vraagt een verhoging van genactiviteit om veel van de stoffen die nodig zijn voor beweging te produceren. Dit proces wordt “genexpressie” genoemd, en het meten van de genexpressie kan een gevoelige manier zijn om de (algemene) reactie van het lichaam op de eisen van inspanning te onderzoeken. Op dit moment zijn er een aantal van deze onderzoeken bij ME/CVS-patiënten geweest, met enig bewijs van post-exertionele verhogingen van genexpressie van immuuncellen (specifiek in interleukine-10 en Toll-like receptorgenen). Echter, deze studies m.b.t. genexpressie hadden de neiging zich te focussen op reactiepaden die relevant waren voor immuniteit, maar geen enkel onderzoek heeft gebruik gemaakt van de uitgebreidere ‘high-througput RNA sequencing’ benadering, en zeer weinigen hebben vervolgmetingen gedaan tijdens de herstelfase vanaf het opflakkeren van de symptomen.
Warmtekaart van veranderingen in genexpressie onder experimentele omstandigheden – groen duidt op verminderde expressie
Om deze reden hebben Dr David Patrick en collega’s in British Columbia een onderzoek opgezet om de post-exertionele vermoeidheid en malaise van ME/CVS-patiënten te onderzoeken waarbij recent beschikbaar gekomen gen-sequencing technieken worden gebruikt met standaard inspanningstesten, die een meetbare stimulus voortbrengen en ook objectieve categorisatie van patiënten toestaan op basis van hun reactie op inspanning. De volgende generatie sequencing zal hen toestaan veel dieper door te dringen in genexpressie bij de patiënt dan voorheen mogelijk was (vooral als het verband houdt met immuunsignalering na inspanning). Zij hopen specifieke patronen of reacties te identificeren die langdurige vermoeidheidssymptomen kunnen verklaren.
Voor het experiment werden 15 vrouwelijke patiënten met ME/CVS (Volgens de Canadese Consensus Criteria en Fukuda criteria) en 15 gezonde controles, gematcht volgens een zittende leefstijl, toegelaten. Elke persoon zal twee maximale cardiopulmonaire inspanningstesten (CPET) ondergaan met een tussentijd van 24 uur, waaronder een stapsgewijze inspanningstest met ECG-monitoring en pulsoximetrie [vert.: waarmee de hoeveelheid zuurstof in het bloed kan worden bepaald]. Vragenlijsten met betrekking tot vermoeidheid, ervaren symptomen en hersteltijd zullen voor elke inspanningstest worden afgenomen, binnen 15 minuten nadat de test is afgerond en bij een follow-up op dag 3 en dag 7. Bloed voor onderzoek naar mRNA zal voorafgaand aan de inspanning voor zowel de eerste als de tweede inspanningstest worden afgenomen, en bij een huisbezoek op dag 3 en dag 7. Totaal RNA zal geëxtraheerd worden uit elk monster om verschil in expressie te kunnen onderscheiden….
© ME Research UK. Vertaling Meintje, redactie Zuiderzon, ME-gids.
Lees ook