De ontwikkeling van een diagnostisch meetsysteem gebaseerd op microbiologische biomarkers
Onderzoekers: Prof. Jonas Blomberg en collega’s
Instelling: Clinical Microbiology, Uppsala Academic Hospital, Uppsala University, Uppsala, Sweden
Bij veel ME/cvs-patiënten had hun ziekte een acuut, infectie-achtig begin. Daarom is er nog altijd veel belangstelling voor onderzoeken waarbij gekeken wordt naar bacteriën en virussen. In Zweden wordt met een nieuwe technologie naar deze ziekteverwekkers gezocht.
Van oudsher werd myalgische encefalomyelitis in verband gebracht met “uitbraken” met een epidemisch karakter (zie de lijst hier), zoals het beroemde incident in het Royal Free Hospital in Londen in 1955 (zie hier op blz. 12). Zelfs vandaag de dag meldt ongeveer de helft van alle niet – epidemische ME/cvs-patiënten dat hun ziekte een acuut, infectie-achtig begin had. Het is dus niet verrassend dat er veel belangstelling was voor onderzoek en waarbij gekeken werd naar infectieuze agentia, zowel bij het ontstaan van de ziekte als bij de ernst ervan. In de onderstaande tabel staan enkele van de belangrijkste virussen en bacteriën die betrokken zijn bij ME/cvs . Tot op heden is er echter niet één ziekteverwekker geweest die in de meeste gevallen de overduidelijke veroorzaker bleek te zijn.
Tabel. Virussen en bacteriën die betrokken zijn bij ME/CVS
Virussen | Enterovirussen, waaronder coxsackievirus |
---|---|
Epstein-Barr virus (EBV) | |
Cytomegalovirus | |
Humaan herpes virus 6 (HHV-6) |
|
Parvovirus B19 | |
Bacteriën | Chlamydia pneumoniae |
Coxiella burnetii (Q-koorts) | |
Mycoplasma spp. | |
Brucella spp | |
Borrelia burgdorferi (ziekte van Lyme) |
Gezien het mogelijke belang van de rol van infecties bij de ziekte, ondervragen de Zweedse onderzoekers voor deze studie een groep ME/cvs-patiënten uitvoerig om bewijs te vinden van specifieke persisterende of oude infecties. Het team, onder leiding van prof. dr. Jonas Blomberg van de universiteit van Uppsala in Zweden, zal zoeken naar nucleïnezuur uit en antistoffen (voornamelijk Immunoglobuline G) tegen microben waarvan eerder gemeld was dat ze vaker of in grotere aantallen voorkomen bij ME/cvs-patiënten. De onderzoekers gebruiken hiervoor een nieuwe multiplex-technologie, waarmee een bloedmonster op een groot aantal verschillende ziekteverwekkers tegelijk kan worden getest. Hierdoor vermindert de variatie tussen verschillende onderzoeken, en scheelt het in onderzoekstijd en kosten.
Een deel van het nieuwe project omvat een ontwikkelingsfase waarbij een zgn. variatie-tolerante vangst multiplex-analyse (variation tolerant capture multiplex assay (VOCMA)), in staat om naar een groot aantal mogelijk relevante infectieuze ziek-teverwekkers te zoeken, uitgewerkt wordt. De belangrijkste fase is echter het inzetten van deze multiplex technologie om te zoeken naar nucleïnezuren (kenmerkend voor de aanwezigheid van microben) van ongeveer 15 infectieuze agentia, waarvan eerder gemeld is dat ze gepaard gaan met ME/cvs. De methode is flexibel: zij kan worden aangepast om nieuwe microben toe te voegen, en als sommige microben geen nuttige informatie opleveren, kunnen deze worden uitgesloten.
De onderzochte agentia zijn onder andere:
- RNA-Virussen (zoals enterovirussen)
- Kleine DNA-virussen (zoals parvovirus)
- Grote DNA-virussen (zoals EBV en herpes virus 6 )
- Bacteriën, o.a. Staphylococci, Borrelia, Chlamydiae en Mycoplasma
Daarnaast zullen gevoelige antistoftesten vaststellen of patiënten ooit in contact zijn geweest met infectieuze agentia. Het project maakt deel uit van een groter onderzoek door de Zweedse groep naar de ontwikkeling van biomarkers bij ME/cvs. Het team van Prof. Jonas Blomberg heeft al eerder een grondig onderzoek gedaan naar de mogelijke aanwezigheid van XMRV bij Zweedse patiënten. De resultaten van dit anderhalf jaar durende project (Elfaitouri et al., PLoS One) waren dat XMRV en verwante virussen door verschillende methoden (virus-isolatie, PCR en serologie) niet konden worden gevonden in de witte bloedcellen of het plasma van Zweedse ME/cvs- of fibromyalgiepatiënten, evenmin als in het bloedserum van Zweedse bloeddonoren via gevoelige PCR-technieken die er specifiek voor ontwikkeld waren.
Ondanks deze negatieve bevindingen, die overeenkwamen met de resultaten van andere onderzoeksgroepen wereldwijd, was Prof. Blomberg vastbesloten om de jacht op virussen en bacteriën, die mogelijk betrokken zijn bij deze ernstige ziekte, voort te zetten. Zoals hij zegt : “Gezien de omvang en de reikwijdte van de fascinerende bevindingen van afzonderlijke onderzoeksgroepen is de situatie rijp voor het creëren van een set biomarkers. Dit kunnen eiwitten in hersenvocht of bloed zijn, maar ook immunologische en microbiologische biomarkers (nucleïnezuur en antimicrobiële antistoffen), hetgeen ons onderzoek met behulp van multiplex-technologie hopelijk gaat onthullen. Samen met goede klinische gegevens (waaronder neuroimaging), denk ik dat we een kans hebben om een forse set criteria te creëren, die kan helpen bij de diagnose van en misschien ook meer onthullen over de oorsprong van ME/cvs .”
Verklarende woordenlijst:
Agentia: stoffen die in staat zijn een chemische of biologische reactie te verwekken
Biomarker: een kenmerk dat objectief wordt gemeten en geëvalueerd als een indicator van een bepaalde ziekte
Etiologie: oorzaak van een ziekte
Immuunglobuline G (IgG): een antistof die wordt aangemaakt bij grotere hoeveelheden ziekteverwekkers of bij een herhaald contact met een ziekteverwekker
Microben: ééncellige micro-organismen zonder celkern
Neuroimaging: het gebruik van diverse technieken om een beeld te krijgen van de structuur en het functioneren van de hersenen
Nucleïnezuur: het belangrijkste bestanddeel van erfelijk materiaal. DNA en RNA bestaan grotendeels uit nucleïnezuur.
PCR (Polymerase Chain Reaction): Polymerase-kettingreactie is een manier om uit zeer kleine hoeveelheden DNA specifiek een of meer gedeeltes te vermeerderen tot er genoeg van is om het te analyseren.
XMRV (Xenotropic murine leukemia virus-related virus): een virus dat in verband werd gebracht met o.a. ME/cvs
© ME Research UK
© Vertaling ME/cvs vereniging, http://www.me-cvsvereniging.nl (10/4/13) [PDF]