Specificiteit van het celtype, moleculaire reikwijdte en epigenetische basis voor mitochondriale en cellulaire disfunctie bij ME/cvs

Achtergrond en doel

Dr. Sarah Annesley en Prof. Paul Fisher zijn verbonden aan de La Trobe University in Melbourne, Australië. De onderzoeksinteresses van deze groep zijn gericht op de rol van de mitochondriën bij neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, de ziekte van Alzheimer en ME/cvs.

Mitochondriën, aangetroffen in de meeste cellen van het lichaam, zijn kleine structuren met als belangrijkste taak het omzetten van energie uit het voedsel dat we eten in een vorm die cellen kunnen gebruiken, namelijk moleculen genaamd ATP (adenosinetrifosfaat). Daarom worden mitochondriën vaak de energiecentrales van het lichaam genoemd.

Aangezien een diepgaand gebrek aan energie – het gevoel dat de spieren volledig leeggezogen zijn – zo’n veel voorkomende ervaring is bij mensen met ME/cvs, lijkt het waarschijnlijk dat er iets mis is met dit complexe proces van energieopslag en -productie.

Er is inderdaad een schat aan onderzoeksbewijs dat suggereert dat de mitochondriën disfunctioneel zijn bij ME/cvs, en je kunt hier meer over lezen in een artikel van Dr Eleanor Roberts.

Dr. Annesley heeft mitochondriale disfunctie gevonden in haar eigen onderzoek, waaruit bleek dat de laatste fase van ATP-productie in de mitochondriën minder efficiënt was in ME/cvs-cellen dan in gezonde cellen. Deze laatste fase omvat een verzameling van eiwitten die complex V wordt genoemd. Het team ontdekte ook dat de activiteit van TORC1 (een enzym dat dit proces reguleert) verhoogd was om dit te compenseren.

Deze experimenten werden uitgevoerd in witte bloedcellen, lymfoblasten genaamd , die deel uitmaken van het immuunsysteem dat ons beschermt tegen infecties en ziekten. Maar worden deze mitochondriale afwijkingen ook aangetroffen in andere soorten cellen van mensen met ME/cvs, wat zou duiden op een meer wijdverspreid probleem?

Dit is de belangrijkste vraag die Dr. Annesley hoopt te beantwoorden in haar nieuwe studie, waarin ze zal bepalen of deze afwijkingen in de mitochondriale energieproductie ook aanwezig zijn in fibroblasten, cellen die gevonden worden in de huid. Ze zal ook evalueren of de veranderingen correleren met de ernst van ME/cvs.

Daarnaast zal het team kijken of er andere cellulaire reactiepaden betrokken zijn, en of het voortbestaan van deze afwijkingen te wijten is aan epigenetische veranderingen (hoe specifieke genen worden in- of uitgeschakeld).

Een beter begrip van mitochondriale disfunctie bij ME/cvs kan helpen bij de ontwikkeling van diagnostische tests voor de ziekte en de identificatie van effectieve farmacologische behandelingen.