1 oktober 2023.
Céline Corsius, een 32-jarige Nederlandse, stierf [6 maanden geleden] door euthanasie op 18 september na 22 jaar aan ME te hebben geleden. De laatste zeven jaar was ze aan haar bed gekluisterd en lag ze in het donker. Toch bleef haar gezondheidstoestand verslechteren. Ze werd verzorgd door haar ouders, Iselle en Lou Corsius. Hieronder vind je ter nagedachtenis lofbetuigingen van Iselle, Lou en Célines broer Philip tijdens een herdenkingsdienst 30 september.
Iselle Corsius
Toespraak door haar moeder Iselle
Om te beginnen willen we onze dankbaarheid uitspreken voor de vele steunbetuigingen die Céline en wij de afgelopen maanden mochten ontvangen. We kregen heel veel berichten, kaarten, brieven, bloemen, cadeautjes: hartverwarmend en zeer waardevol voor ons. Het begrip voor haar situatie en haar euthanasiebesluit heeft Céline enorm goed gedaan.
Céline werd 32 jaar geleden geboren als een zondagskind; vrolijk, dartel, ondernemend, creatief, muzikaal, leergierig. Ze ging een fantastische toekomst tegemoet. Op vakantie in Frankrijk in 2001, ze was 10 jaar, werd Céline flink ziek, koorts, keelpijn. Een virusje wegwerken, noemden we dat. Maar ze herstelde niet goed, werd niet meer zo energiek als voorheen. Die winter liep ze een longontsteking op en vervolgens bleef ze moe. De huisarts ontdekte dat ze de ziekte van Pfeiffer had doorgemaakt.
Omdat ze maar niet beter werd, kwamen we in 2005 terecht bij een kinderarts in Utrecht. Zij constateerde dat Céline CVS had, het chronisch vermoeidheidssyndroom. De aangewezen behandeling zou zijn: revalideren: geleidelijk aan opbouwen van activiteiten in combinatie met cognitieve gedragstherapie. Deze therapie gaat ervan uit dat niet een gebeurtenis zèlf bepaalt wat je voelt of doet, maar de manier waarop je erover dènkt.
In het revalidatiecentrum in Tilburg beloofden ze Céline dat ze binnen enkele maanden goed zou opknappen. Wat waren we opgelucht en optimistisch. Maar al in de eerste week bleek dat poliklinische behandeling voor Céline veel te zwaar was. Ze werd opgenomen, en om te beginnen werd er gezocht naar het zgn Nulpunt, een niveau van activiteit waarop ze zonder problemen zou kunnen functioneren. Dit punt werd echter niet gevonden waarop besloten werd dan maar gewoon activiteit te gaan opbouwen.
Céline kreeg ingeprent dat ze niet naar de signalen van haar lichaam moest luisteren en haar best moest doen ànders over haar situatie te denken, ze was wel ziek gewéést, maar nù niet meer. Ze wilde zo dolgraag beter worden dat ze zich tot het uiterste inspande om aan alle verwachtingen te voldoen.
Toen Céline later de diagnose ME, myalgische encephalomyelitis, kreeg, bleek dat het belangrijkste kenmerk van deze aandoening is: inspanningsintolerantie, hetgeen inhoudt dat je zeer beperkt in staat bent tot het leveren van inspanning, gevolgd door traag of uitblijvend herstel of zelfs verslechtering. Céline kwam intussen tot de conclusie dat ze zich maar inbeeldde dat ze uitgeput en overbelast was: ze was dus een aansteller, een bedrieger. Ze had het gevoel dat ze er helemaal alleen voor stond.
In de loop van ruim 3 maanden ging Céline verder achteruit, totdat de revalidatiearts zei dat er bij haar sprake was van een uit de hand gelopen puberteit, we konden net zo goed naar de slager gaan. Hij schreef een verwijzing voor de kinderpsychiater. De psychiater constateerde een depressie en schreef medicijnen en therapie voor. Omdat het schoolwerk was stilgevallen, moest Céline het derde jaar overdoen. De school maakte het mogelijk dat ze een aangepast rooster volgde, en in 2010 haalde ze haar VWO-diploma.
Intussen was Céline in toenemende mate in gevecht geraakt met haar lichaam. Hetgeen resulteerde in een eetstoornis, een wanhopige poging om controle over haar fysieke toestand uit te oefenen met als voordeel dat zichtbaar werd dat ze het helemaal niet goed maakte.
In de zomer van 2010 werd Céline opgenomen in een eetkliniek in Leidschendam. Daar werd ze behandeld als een reguliere anorexiapatiënt. Het uitgangspunt was: je voelt je moe vanwege ondergewicht en omdat je ondervoed bent, kun je ook niet meer goed nadenken en voelen. Dus we gaan toewerken naar een gezond gewicht. Maagpijn en spijsverteringsproblemen horen erbij, goed opscheppen en je bord leegeten.Pas veel later kwamen we er achter dat Céline een maagparese had, een zeer vertraagde maaglediging, zodat ze slechts kleine porties voedsel met ruime tussenpozen kon verwerken. Ook haar voedselintoleranties en ernstige darmklachten bleken kenmerkend voor ME.
Na 7 maanden terug thuis zette Céline alles op alles om haar grote droom waar te maken: het volgen van een muziekopleiding. In de zomer van 2011 werd ze toegelaten tot het conservatorium, afdeling Zang pop en jazz, in Utrecht. Wat was ze ontzettend blij!
Ze vond een kamer in het centrum van de stad en ze kreeg toestemming van de opleiding om te studeren met een half programma. Al bij aanvang bleek dat zelfs 50% van de studie veel te veel van haar vroeg. Eigenlijk was het korte fietstochtje naar het conservatoriumgebouw al teveel. Als ze een les had gevolgd moest ze de rest van de dag naar bed. Ondanks alle hulp van Philip en ons, moest ze tot haar immense verdriet begin 2012 opgeven en kwam ze totaal gesloopt terug naar huis.
Later dat jaar werd de diagnose ME gesteld in het CVS/ME centrum Amsterdam. ME is in 1969 door de Wereld Gezondheids Organisatie erkend als neurologische ziekte. De vele en uiteenlopende klachten van Céline pasten precies binnen de criteria. ME bleek iets heel anders te zijn dan chronische vermoeidheid.
Céline lag inmiddels een groot gedeelte van de dag op de bank of op bed. De eetstoornis speelde in toenemende mate op, zodat ze in juli 2013 opgenomen werd in de kliniek voor eetstoornissen in Goes. En hoewel de diagnose ME al was vastgesteld, werd Céline ook hier bejegend vanuit totale onwetendheid m.b.t ME. Hulpverleners hanteerden de psychosomatische visie en schakelden ME klakkeloos gelijk met Chronische Vermoeidheid. Er werd haar verzekerd dat men ME niet van haar wilde afpakken en er werden opmerkingen gemaakt die jarenlang bij Céline zouden doordreunen, zoals:
Je ouders vinden jou gewoon zielig.
Het wordt tijd dat je op eigen benen gaat staan, zodat je ouders weer met z’n tweeën kunnen zijn.
De behandeling liep vast en in april 2014 kwam Céline ernstig depressief terug naar huis. Er volgden nog 3 psychologische trajecten, waarvan het laatste aan huis. Uiteindelijk kon Céline dit soort gesprekken niet meer voeren. Een half uur rechtop zitten, concentratie opbrengen, luisteren en spreken werd te inspannend. Tot haar verrassing bleek het wegvallen van psychologische behandeling zeer positief uit te pakken. Niemand meer die haar diagnose buiten beschouwing liet en haar inpeperde positief te denken en in actie te komen.
In combinatie met de toenemende kennis over de ME begon Céline zich zeer geleidelijk aan te realiseren dat ze toch geen aansteller of bedrieger was. Ze was wel degelijk ziek. Zo knapte Céline psychisch op, terwijl ze fysiek verder achteruit ging.
Eind 2015 raakte ze voornamelijk bedgebonden en werd ze afhankelijk van onze intensieve zorg. Om haar inspanningen en spijsvertering zo goed mogelijk over de dag te verdelen, hielden we ons aan een strakke dagplanning.
Céline was lange tijd optimistisch over de voortgang van de wetenschap, er werden immers allerlei biomedische afwijkingen gevonden bij ME patiënten. Ze droeg haar gebrek aan autonomie, zelfstandigheid, haar lijden en last met een onvoorstelbaar behoud van humeur en humor. Ze koesterde haar dromen over de tijd die ongetwijfeld zou komen, waarvoor ze bescheiden wensen had. Dan kan ik weer mensen ontmoeten, kan ik weer naar buiten, kan ik zelf douchen. Ze werkte aan haar gastenlijst voor een grootse comeback party.
Haar fysieke krachten namen verder af, ze kreeg steeds meer pijn en ongemak. De geringste lichamelijke,cognitieve of emotionele inspanning werd te belastend. Haar leven stond stil, speelde zich af op bed, in een verduisterd huis, met nauwelijks sociale contacten, zonder enig perspectief want bij groot gebrek aan financiering bleef het vinden van een diagnostische test en behandelmogelijkheden voor ME uit.
Steeds vaker vroeg Céline zich af òf en hoe lang ze dit leven nog kon volhouden. En aan het eind van haar draagkracht legde ze ons voor of euthanasie voor haar een optie zou kunnen zijn. Vanuit haar perspectief konden wij dit volkomen begrijpen. Dit was een enorme opluchting voor Céline. Ze maakte direct in Spotify een Playlist Funeral aan voor haar uitvaart.
Het was de wens van Céline om niet opgebaard te worden en al vóór de herdenkingsbijeenkomst te worden gecremeerd. Voor de rouwkaart koos ze deze foto. Ze koesterde dit beeld waar ze in 2013 op de camping was, in haar favoriete vakantieland Italië.Haar verlangen naar vakantie deelde ze graag met lotgenoten via foto’s op Facebook . Op haar urn wilde Céline deze foto van de Amalfikust in Italië. Maandagochtend 18 september heeft ze in alle rust afscheid van ons genomen. We weten inmiddels dat ze op haar plaats is, want voor onze trouwdag , 20 september, ontvingen we van haar bloemen en een kaart met heel veel liefs uit de hemel.
Bron: Lou Corsius
Lou Corsius
Toespraak door haar vader Lou Corsius tijdens het afscheid op 30 september.
Céline overleed op 18 september 2023. Zij had euthanasie aangevraagd omdat haar gezondheidstoestand ten gevolge van de ernstige multisysteemziekte ME, myalgische encefalomyelitis, in zeer ernstige mate was verslechterd. Zij was al zeven jaar bedgebonden. De verslechtering ging nog steeds voort.
Helaas is voor ME nog steeds geen adequate behandeling beschikbaar.
Wat ik nu ga zeggen, doe ik op uitdrukkelijk verzoek van Céline.
Ik start met twee citaten uit het rapport van de arts, een hoogleraar psychiatrie, die de second opinion in het euthanasietraject bij Céline uitvoerde. Voor Céline vormt het rapport van deze arts eindelijk de volledige erkenning van haar ziekte. De eerste constatering: “Er is bij patiënte sprake van een zeer ernstige, progressieve ME-CVS, zoals ook in de stukken wordt gedocumenteerd.”
Het tweede belangrijke punt in het rapport is de erkenning van het feit dat de ingezette behandeling die bestond uit cognitieve gedragstherapie en een activiteitenopbouwend programma tot schade heeft geleid. Hij schreef: “Patiënte is in het verleden behandeld voor depressiviteit en anorexia nervosa, te beschouwen als secundair aan de ME-CVS en de ingezette revalidatiebehandeling.”
De wetenschappers die uitgaan van psychosociale oorzaken van de ziekte houden vol dat hun behandeling niet schadelijk is. Maar ze hebben daar geen serieus onderzoek naar gedaan. Ze hebben ziekenhuisopname en artsenbezoek als zogenaamde negatieve gevolgen van de behandeling bekeken. We weten allemaal dat die uitkomsten de verslechtering niet aantonen. Die is veel sluipender. Als je harde meetresultaten zoals een bewegingsmeter niet meeneemt in je onderzoeksresultaten dan ga je niet zien dat de patiënt juist steeds minder beweegt. Om te laten zien hoe absurd dat is, maak ik een korte uitstap. Ik kom straks weer terug op wat dit voor Céline heeft betekend.
Twee jaar geleden sprak ik samen met twee andere patiëntvertegenwoordigers met een hoogleraar in Amsterdam. Het ging over zijn onderzoek naar zijn behandeling van Longcovid patiënten. Die behandeling is gebaseerd op dezelfde achterhaalde aannames.
Ook in dat onderzoek worden alleen de uitkomsten meegenomen van zelf ingevulde vragenlijsten met als belangrijkste uitkomst de vermoeidheid. Ze hebben ook een bewegingsmeter gebruikt, maar de uitkomsten daarvan zijn niet gepubliceerd. Die vallen namelijk enorm tegen. Je zou verwachten dat iemand die met succes is behandeld, dan ook weer meer kan doen. Maar dat is niet zo. In veel gevallen verslechtert het bewegen zelfs na de behandeling.
Waarom zijn patiëntenorganisaties zo geobsedeerd door harde metingen? vroeg hij ons. Harde metingen zijn ook maar afhankelijk van hoe je ze interpreteert. Wij meten hoe de patiënt zich voelt en dat is belangrijk. In eerder onderzoek hebben we aangetoond dat er geen verband is tussen de harde metingen en de zelf ingevulde vragenlijsten. Er is dus geen verband, zegt hij zelf. Dus op basis van een iets minder slechte score op een vragenlijst over vermoeidheid, die je invult nadat je tijdens de therapie continu te horen hebt gekregen dat je niet op je vermoeidheid mag letten, vindt hij dat patiënten hersteld zijn, terwijl de harde maat (hoeveel doe je op een dag) laat zien dat ze niet zijn verbeterd of juist achteruit zijn gegaan.
Nu weer terug naar Céline
Bij haar heeft de misbehandeling zoals zij het zelf noemde tot zeer ernstige schade geleid; zij is daardoor nog tijdens de opname in het revalidatiecentrum fysiek fors achteruit gegaan. Zij heeft aan de behandeling een ernstige depressie overgehouden. De constante ontkenning van haar steeds toenemende klachten heeft tot anorexia geleid.
We hebben in Nederland nog steeds te maken met een misleidend beeld van de ziekte. De patiënt is misschien ooit ziek geweest, maar dat is niet meer het geval zeggen ze. De patiënt (en zijn omgeving) houdt zelf de klachten in stand door niet helpende gedachten. De patiënt beweegt minder en daardoor is er sprake van deconditionering. Als patiënt mag je niet luisteren naar je lichaam, want je ziekte heb je achter je gelaten. Je moet je focus verleggen.
Wat denk je dat de invloed is van deze benadering op een 14 jarige die voelt dat ze ernstig ziek is? Ze voelt dat ze de gevraagde inspanningen niet kan leveren, maar ze mag dat niet serieus nemen! Céline heeft daar ingeprent gekregen dat haar klachten niet echt waren. Ze moest haar klachten negeren. Ze was niet gemotiveerd volgens de behandelaars. Céline raakte totaal het vertrouwen kwijt in haar eigen lijf en in wat zij voelde. Ze werd lichamelijk en psychisch volledig onderuit gehaald. Dat heeft lang doorgewerkt bij Céline. Zij heeft zich jarenlang geschaamd omdat ze ziek was, want ze was niet ziek volgens deze deskundigen.
Sinds een aantal jaren verandert geleidelijk het beeld van deze ernstige ziekte. Over de hele wereld zijn die veranderingen te zien. In de Verenigde Staten kwam het IOM rapport uit dat duidelijk stelt dat deze ernstige multisysteemziekte reëel is en geen verzinsel.
In 2018 bracht de Nederlandse Gezondheidsraad advies uit over ME/CVS. Dat advies sluit aan bij het IOM rapport. Dezelfde professor van daarnet stapte kort voor de bekendmaking van het advies uit de commissie. Hij was het er niet mee eens.
Voor Céline waren deze adviezen van groot belang. Zij schaamde zich niet meer voor haar ziekte.
- In maart 2018 durfde zij in het televisieprogramma Focus haar verhaal te doen.
- Nog maar heel kort geleden werkte ze mee aan het radioprogramma van Argos. Dat ging over de de toekenning van subsidies voor biomedisch onderzoek naar ME/CVS door ZonMw. Dat is het instituut dat subsidies voor zorgonderzoek toekent. Daarbij gaat er weer heel veel onderzoeksgeld naar degenen die juist de psychosociale benadering propageren.
In Groot Brittannië is eind 2021 de nieuwe richtlijn ME/CVS vastgesteld. Daarin wordt cognitieve gedragstherapie en graduele opbouw van activiteiten niet langer aanbevolen en zelfs afgeraden. De kwaliteit van de bewijskracht voor die behandelingen is door het richtlijninstituut gekwalificeerd als laag (11%) tot overwegend zeer laag (89%).
Dezelfde wetenschappers die de misleidende beweringen over de ziekte nog steeds uitdragen, hebben geprotesteerd tegen de Britse richtlijn. Ze hebben ook weer zitting in de commissie die de komende richtlijn in Nederland gaat bepalen. Dat baart ons grote zorgen.
We hebben dit jaar met de patiëntvertegenwoordigers geprotesteerd tegen de gang van zaken bij ZonMw. Er is door ZonMw miljoenen subsidie toegekend aan het ME/CFS Lines consortium van een professor die al jaren uitdraagt dat het chronisch vermoeidheidssyndroom psychosociale oorzaken heeft.
Na 4 jaar intensieve betrokkenheid ben ik opgestapt bij het biomedisch onderzoeksprogramma ME/CVS van ZonMw. Ik heb mijn vertrouwen in ZonMw volledig verloren. Alle toezeggingen aan patiëntvertegenwoordigers zijn met voeten getreden.
Tijdens de gesprekken over de gang van zaken in januari van dit jaar zei een directeur van ZonMw tegen mij:
“We werken stinkend hard aan de gezondheid van je dochter.”
Wel ZonMw, aan de gezondheid van Céline hoeven jullie niet meer stinkend hard te werken.
Bron: Lou Corsius
Philip Corsius
Het schijnt dat ik ruim twee jaar ouder ben dan mijn Zus, maar een tijd vóór Céline kan ik me eigenlijk niet echt goed herinneren. Voor mijn gevoel is ze er altijd geweest. We zijn, natuurlijk, samen opgegroeid. Daar heb ik veel goede herinneringen aan. Vandaag wil ik een paar indrukken delen, uit onze kindertijd, uit de tijd dat we jongvolwassenen waren en van kort geleden.
In je kinderjaren ben je het als Broer en Zus bijna contractueel verplicht om af en toe lekker ‘ruzie’ te maken. Nou konden wij het hartstikke goed vinden met elkaar, dus bij ons bleven de onenigheden beperkt tot een absoluut minimum. Elke avond werden we naar bed gebracht en las Papa of Mama voor. Meestal was er ook Het Verhaal Over Ons, waarbij de belevenissen van de dag nog eens op een komische manier voorbijkwamen. Als Mama en Papa daarna naar beneden gingen, zetten Céline en ik vanuit onze eigen slaapkamers de verhalen gewoon voort. We verzonnen van alles om elkaar aan het lachen te maken. Veel leuker dan braaf gaan slapen.
Sowieso was Céline er goed in om me aan het lachen te maken. Onze energie moest er nu en dan uit en stoeien was daar een geschikte uitlaatklep voor. Céline was veel sportiever dan ik – ze keek toen niet voor niets op tegen Sporty Spice – en zij was dan ook degene die altijd won. Ik vond dat elke keer opnieuw erg grappig, waardoor ik moest lachen en dus nog sneller verloor. Tja!
Ook buitenshuis was Céline degene van ons tweeën die het wel even zou regelen. Al op vrij jonge leeftijd is ze zelfstandig met een vriendinnetje naar het winkelcentrum gefietst, jaren voordat ik überhaupt op het idee zou komen om zelf zo’n eind te gaan rijden. Als we ’s zomers weer op een camping in Frankrijk stonden, maakte Céline in no time vrienden. Ik zat intussen veilig op onze eigen plek te tekenen. En als er iets op een podium te doen was, lokaal of internationaal, ging Céline er vol goede moed op af. Céline liep op me voor, ging altijd als eerste.
Dingen waarvoor je niet zoveel moed nodig had, deden we vaak samen. Als er leuke Happy Meal-cadeautjes te scoren waren bij McDonald’s, hoefden we er niet elk één van alles, maar legden we samen een verzameling aan. We speelden regelmatig met z’n tweeën, de ene keer met Thunderbirds en de andere keer met Barbies.
We hebben als duo ook allerlei creatieve zaken geproduceerd. Zo liggen er op zolder in Etten-Leur cassettebandjes vol hoorspelen en van edities van Radio op Vakantie, ons eigen programma dat we opnamen voorafgaand aan lange reizen met de auto, zodat we onderweg met z’n vieren wat te luisteren hadden.
Kort voordat we naar de middelbare school, de KSE, gingen, kwamen daar filmpjes bij. In onze tijd op de KSE zijn we in de prijzen gevallen met korte films die ik schreef en regisseerde en waarvoor Céline de muziek maakte en waar ze vaak als actrice in te zien was. Als zij een optreden gaf met YAM, in een band, of solo, maakte ik daar steevast video-opnames van. Die optredens leidden altijd tot complimenten, want Céline kon fantastisch zingen. Ze begeleidde zichzelf op gitaar of keyboard en de helft van de tijd zat er minstens één nummer tussen dat ze zelf gecomponeerd had.
In die tijd begonnen haar belevenissen buiten de deur terug te lopen. Toen Céline vaker thuis was, speelden we vaker samen computerspelletjes, op de PlayStation of de Nintendo Wii. Uit de keuze voor games bleek weer ons gedeelde gevoel voor humor. De meest idiote spellen waren degene die wij uitkozen. Een game rond de animatiefilm Madagascar zat vol quotes die we te pas en te onpas uitriepen, zoals: ‘Ik ben sjo trotsj… op mesjelf! Ik heb hem allesj geleerd, weet je.’ Van Céline heb ik inderdaad geleerd om wat meer het avontuur aan te durven gaan.
Na de KSE was het tijd om te gaan studeren. Het verbaasde me totaal niet dat Céline werd aangenomen op het conservatorium. Extra leuk was dat het ’t conservatorium in Utrecht was, de stad waar ik ook studeerde, dus na een tijdje zaten we allebei daar op kamers, in verschillende delen van de stad. Regelmatig ging ik langs bij Céline, op haar kamer met de verwarmingsketel die zulke dreigende geluiden maakte, dat we dachten dat ‘ie vroeg of laat vast zou ontploffen. We keken dan de Britse serie Being Human, over drie bovennatuurlijke huisgenoten: een vampier, een weerwolf en een geest.
Na de studie kreeg ik mijn eigen leven… en Céline niet, of toch niet zoals ik dat had en heb. Dat vond ik heel erg voor haar. Gelukkig kon ze terecht bij onze ouders, de allerbeste van de hele wereld. En gelukkig had ze daar de katten, Luuk en Lientje, en, te beginnen met Dunya en Desi, een opeenvolging van cavia’s in duo’s en zelfs een keer in een drietal. Met ondersteuning van Mama en Papa was Céline het liefste baasje dat deze dieren zich konden wensen. Ze was gek op hen allemaal.
En nu, in de afgelopen maanden, was Céline gek op een nieuw lid van onze familie: Josephine, mijn pasgeboren dochter met Rebecca. Josephine is ruim vijf weken te vroeg geboren. Ik vraag me af of ze zo’n haast had, omdat ze haar tante Céline nog wilde ontmoeten. Het is in de eerste helft van dit jaar steeds de vraag geweest wat er eerst zou gebeuren: haar komst, of Célines afscheid? Het was echt fantastisch om te horen hoe blij Céline werd van elke foto of korte video van Josephine die we via WhatsApp stuurden. Ik ben heel dankbaar dat we de kans hadden, om Josephine een keer in Célines armen te leggen, en dat Tante Céline haar toen de fles kon geven.
Dat brengt ons bij vandaag. Net zoals ik me een tijd vóór Céline nauwelijks kan herinneren, wil ik me een tijd ná Céline liever niet voorstellen. Maar ja. Het zal toch moeten. En leven in de wetenschap dat Céline is verlost van al haar pijn en van die vreselijke ziekte, is al met al toch beter dan een leven waarin ze nog langer elke dag verder achteruit zou gaan. Dus ik snap het. Ik ben het met haar keuze eens. En het is typisch Céline: ze loopt op me voor, zij gaat als eerste dit avontuur aan. Hoewel ik ernstig betwijfel of ik erin geloof, hoop ik – áls er net als in Being Human geesten bestaan – dat Céline af en toe eventjes bij me komt spoken, om daarna weer te genieten van de haar zó gegunde rust.
Bovenstaande tekst heb ik geschreven voor de uitvaart of herdenking van Céline, die plaatsvond op zaterdag 30 september. Ze is overleden op 18 september, vier weken geleden op de dag waarop ik dit bericht hier plaats.
Bron: Philip Corsius
David Tuller voor Virology Blog, 1 oktober 2023.