Bron:

| 1564 x gelezen

11 december 2023.

In augustus stuurde ik een brief naar NeuroImage: Clinical over opgeblazen prevalentiecijfers van functionele neurologische stoornissen, namens mijzelf en negen collega’s. Nadat de brief een peerreview en een revisieronde had doorlopen, kreeg ik begin november bericht dat hij was geaccepteerd, zoals ik in een blogpost heb vermeld.

Onze brief was een reactie op een artikel uit 2021 dat een baanbrekende studie uit 2010 aanhaalde om te beweren dat FNS de op één na meest voorkomende presentatie was in poliklinieken voor neurologie. Deze bewering was onjuist – het artikel uit 2010 toonde aan dat het aantal gevallen dat als conversiestoornis, zoals FNS toen genoemd werd, gekwalificeerd werd, ver onderaan de lijst van diagnoses stond. Aanvankelijk was mij verteld dat onze brief binnen een paar weken gepubliceerd zou worden. Nu blijkt dat het wetenschappelijk tijdschrift van plan is om de brief uit te brengen samen met een verwachte reactie van de auteurs van de paper uit 2021, wat zeker zinvol is. Mij is verteld dat de uitwisseling waarschijnlijk deze of volgende maand wordt gepubliceerd.

(Ondanks mijn bezorgdheid over overdreven beweringen van FNS-onderzoekers is het belangrijk om duidelijk te maken dat patiënten met de diagnose FNS enorm lijden. Een patiënt met de bijnaam @FnDPortal heeft een meeslepend en soms schrijnend essay geschreven, Cadenza for Fractured Consciousness: A Personal History of the World’s Most Misunderstood Illness [Cadens voor gebroken bewustzijn: een persoonlijke geschiedenis van de meest onbegrepen ziekte ter wereld], dat zeker de moeite waard is om te lezen om enkele van de worstelingen te begrijpen die met deze aandoening gepaard kunnen gaan).

Als het artikel in NeuroImage: Clinical“Neuroimaging in functional neurological disorder: state of the field and research agenda” [Neurobeeldvorming bij functionele neurologische stoornissen: staat van het veld en onderzoeksagenda] – de enige was geweest die deze fout bevatte, zou ik waarschijnlijk niet de moeite genomen hebben om er tegenin te gaan. Het is echter maar één van de meer dan vijftig artikelen in gepeerreviewde tijdschriften die de FNS-prevalentie die gevonden werd in het artikel uit 2010 en verwante studies uit hetzelfde onderzoeksproject, de Scottish Neurological Symptoms Study, verkeerd hebben weergegeven. De #2-bewering wordt vaak gecombineerd met de parallelle bewering dat 16% van de neurologische poliklinische patiënten de diagnose FNS kregen. In de SNSS was hoofdpijn met 19% de meest voorkomende presentatie. Slechts 209 van de 3781 proefpersonen, of 5,5%, kregen echter diagnoses die als conversiestoornis konden worden gecategoriseerd. Elke bewering dat FNS in de SNSS de op één na meest voorkomende diagnose was, met een prevalentie van 16%, is onbetwistbaar onjuist.

Ik probeer al meer dan een jaar om deze zaak recht te zetten door middel van brieven aan onderzoekers en tijdschriften met het verzoek om correcties. (Een scherpziende bron maakte me voor het eerst attent op deze discrepanties.) Dit verzoek werd afgewezen of genegeerd – dus ik ben blij dat NeuroImage: Clinical onze brief heeft geaccepteerd en dat accurate informatie over deze zaak binnenkort gepubliceerd zal worden. In de tussentijd heb ik hieronder de tekst van de preprint van de brief opgenomen, die ook hier toegankelijk is. (De definitieve versie is grotendeels hetzelfde, maar met een paar aanpassingen).

**********

Brief aan NeuroImage: Clinical

In een artikel in NeuroImage: Clinical, “Neuroimaging in functional neurological disorder: state of the field and research agenda” [Neurobeeldvorming bij functionele neurologische stoornissen: staat van het veld en onderzoeksagenda] (Perez et al., 2021), haalde een vooraanstaand artikel (Stone et al.., 2010) aan als bewijs voor de bewering dat functionele neurologische stoornis (FNS) de “op één na meest voorkomende neurologische diagnose is op de polikliniek”. Hoewel studies uiteenlopende prevalentiecijfers voor FNS hebben opgeleverd, is de bewering dat het de op één na meest voorkomende diagnose is in poliklinieken neurologie, een onjuiste interpretatie van de bevindingen van het artikel uit 2010 waarnaar verwezen wordt.

FNS is de huidige naam voor wat vroeger conversiestoornis werd genoemd, de diagnose die vroeger werd gegeven aan patiënten van wie werd aangenomen dat ze psychogene motorische en loopstoornissen, sensorische stoornissen en niet-epileptische aanvallen hadden. Volgens de editie uit 2013 van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders en zoals opgemerkt in Perez et al., is FNS geen diagnose van uitsluiting maar vereist het de aanwezigheid van specifieke klinische “rule-in” [insluitings]symptomen die onverenigbaar worden geacht met een gekende neurologische ziekte. Sommige van deze klinische symptomen worden al lang door neurologen en andere artsen gebruikt om hen te helpen gevallen van conversiestoornis te identificeren.

Het artikel van Stone et al. uit 2010 was een van de vele die voortkomen uit de Scottish Neurological Symptoms Study (SNSS). De studie beoordeelde dossiers van meerdere poliklinieken neurologie en rapporteerde dat 209 van de 3781 deelnemers, of minder dan 6%, diagnoses kregen die verenigbaar waren met conversiestoornis – met andere woorden, wat we nu FNS zouden noemen. In termen van rangorde stond deze groep patiënten – in de SNSS bestempeld als patiënten met “functionele” symptomen of diagnoses – ver onderaan de lijst. De studie vond hogere percentages van vele andere aandoeningen, waaronder hoofdpijn (19%), epilepsie (14%), perifere zenuwaandoeningen (11%), diverse neurologische aandoeningen (10%), multiple sclerose/demyelinisatie (7%), ruggenmergaandoeningen (6%) en de ziekte van Parkinson/bewegingsstoornissen (6%).

Eerder dit jaar haalde een artikel in de European Journal of Neurology (Mason et al., 2023) een andere SNSS-paper (Stone et al, 2009) aan om de bewering te staven dat de prevalentie van FNS in poliklinieken neurologie 5,4% bedroeg – veel lager dan het percentage dat nodig is om de “2de meest voorkomende” diagnose te zijn. Bovendien hebben de auteurs van een ander artikel (Foley et al., 2022) onlangs een correctie gepubliceerd voor dezelfde onjuiste weergave van de FNS-prevalentie uit de SNSS bevindingen als die welke in Perez et al. werd vastgesteld.

De bewering dat de SNSS vond dat FNS de “2de meest voorkomende” diagnose was in poliklinieken neurologie is gebaseerd op een parallelle en vaak herhaalde bewering dat de studie vond dat de prevalentie in deze settings 16% was (bv. Ludwig et al., 2018). Dat percentage is bijna drie keer hoger dan de prevalentie van 5,4% die recent werd belicht in Mason et al. De extra patiënten die in deze sterk uitgebreide FNS-categorie werden opgenomen, waren nog eens 10% die collectief in de SNSS werden geïdentificeerd als patiënten met “psychologische” symptomen of diagnoses. Deze “psychologische” patiënten vielen in een reeks klinische subcategorieën, waaronder hyperventilatie, angst en depressie, atypische aangezichts-/temporomandibulaire gewrichtspijn, symptomen na hoofdletsel, fibromyalgie, RSI en alcoholmisbruik. De SNSS-paper, geciteerd door Perez et al. rapporteerde dat een gecombineerde groepering van de patiënten met “functionele en psychologische” symptomen of diagnoses een prevalentie had van 16% maar gaf geen bewijs dat de 10% opgenomen onder het “psychologische” label voldeed, of had kunnen voldoen, aan de expliciete FNS-vereiste voor “rule-in” klinische [insluitings]symptomen.

FND is geen synoniem van de bredere “functionele en psychologische” categorie in de SNSS en zou niet voorgesteld mogen worden alsof dat wel zo was. De post-hoc herinterpretatie van eerder gerapporteerde gegevens op een manier die FNS verwart met andere complexe aandoeningen – waarbij de schijnbare prevalentie bijna verdrievoudigd wordt – is een voorbeeld van het fenomeen dat bekend staat als “diagnoseverruiming”. In elk geval zijn de SNSS-resultaten een vaststaand feit. Wat toekomstige studies ook mogen uitwijzen over de percentages van FNS, de gepubliceerde bevindingen die Perez et al. aanhalen en die in deze brief aan bod komen, ondersteunen noch de bewering dat het de “2de meest voorkomende” diagnose is in poliklinieken neurologie noch de daarmee verband houdende bewering dat de prevalentie op deze plaatsen 16% bedraagt.

Met vriendelijke groeten,

David Tuller (corresponderend auteur)
Center for Global Public Health
School of Public Health
University of California, Berkeley
Berkeley, CA, USA

David Davies-Payne
Department of Radiology
Starship Children’s Hospital
Auckland, New Zealand

Jonathan Edwards
Department of Medicine
University College London
London, England, UK

Keith Geraghty
Centre for Primary Care and Health Services Research
Faculty of Biology, Medicine and Health
University of Manchester
Manchester, England, UK

Calliope Hollingue
Center for Autism and Related Disorders/Kennedy Krieger Institute
Department of Mental Health/Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health
Johns Hopkins University
Baltimore, MD, USA

Mady Hornig
Department of Epidemiology
Columbia University Mailman School of Public Health
New York, NY, USA

Brian Hughes
School of Psychology
University of Galway
Galway, Ireland

Asad Khan
North West Lung Centre
Manchester University Hospitals
Manchester, England, UK

David Putrino
Department of Rehabilitation Medicine
Icahn School of Medicine at Mt Sinai
New York, NY, USA.

John Swartzberg
Division of Infectious Diseases and Vaccinology
School of Public Health
University of California, Berkeley
Berkeley, CA, USA.

Referenties:

Foley C, Kirkby A, Eccles F, 2022. A meta-ethnographic synthesis of the experiences of stigma amongst people with functional neurological disorder. Disability and Rehabilitation. DOI:10.1080/09638288.2022.2155714.

Ludwig L, Pasman J, Nicholson T, et al, 2018. Stressful life events and maltreatment inconversion (functional neurological) disorder: systematic review and meta-analysis of case-control studies. Lancet Psychiatry; 5:307–320.

Mason I, Renée J, Marples I, et al, 2023. Functional neurological disorder is common in patients attending chronic pain clinics. Eur J Neurol. DOI: 10.1111/ene.15892.

Perez D, Nicholson T, Asadi-Pooya A, et al, 2021. Neuroimaging in functional neurological disorder: state of the field and research agenda. Neuroimage Clin; 30:102623.

Stone J, Carson A, Duncan R, et al, 2009. Symptoms ‘unexplained by organic disease’ in 1144 new neurology out-patients: how often does the diagnosis change at follow-up? Brain; 132(10): 2878–2888.

Stone J, Carson A, Duncan R, et al, 2010. Who is referred to neurology clinics?—the diagnoses made in 3781 new patients. Clin Neurol Neurosurg; 112(9):747-751.

© David Tuller voor Virology Blog. Vertaling admin, redactie NAHdine, ME-gids.

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
24
25
26
27
28
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
Datum/Tijd Evenement
25/11/2024
19:00 - 21:00
Webinar epigenetisch onderzoek bij ME/cvs en fibromyalgie
27/11/2024
20:00 - 21:00
Webinar voor huisartsen over post-COVID
07/12/2024
13:00 - 17:30
Creatief kerstmarktje
Parkresidentie Institut Moderne, Gent
Recente Links