CureME, 16 april 2019
We zijn verheugd om de publicatie van onze nieuwe paper aan te kondigen: “Cellular immune function in myalgic encephalomyelitis/chronic fatigue syndrome (ME/CFS).” [Cellulaire immuunfunctie bij myalgische encefalomyelitis/chronisch vermoeidheidssyndroom (ME/cvs). Deze publicatie bevat veel resultaten van Fase 1 van onze NIH R01-studie, met analyse uitgevoerd op stalen die verzameld werden in 2013-2017.
We werken verder op immunologie en virologie via onze verlengde financiering, en ons –omicawerk nadert publicatie.
De volledige publicatie is hier beschikbaar: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fimmu.2019.00796/abstract
Hieronder vindt u een vereenvoudigde samenvatting:
Vereenvoudigde samenvatting: verhoogde frequentie van MAIT-cellen bij ME/cvs
Disfunctie van het immuunsysteem wordt al lang vermoed bij ME/cvs, want veel patiënten rapporteren een infectie voorafgaand aan hun ziekte, net als een verhoogde frequentie van infecties na het begin van de ziekte. Toch zijn de resultaten van immuunstudies bij ME/cvs tegenstrijdig en niet sluitend.
In onze recente publicatie keken we naar verschillende aspecten van de immuunfunctie in de bloedcellen van 251 mensen met ME/cvs, waaronder 54 die ernstig getroffen waren, en vergeleken deze met 107 gezonde controles en 46 mensen met MS (multiple sclerose).
Ten eerste hebben we de aanwezigheid gemeten van antilichamen tegen zes verschillende herpesvirussen in het bloed, waaronder het Epstein-Barrvirus, maar we hebben geen verschillen gevonden tussen ME/cvs-patiënten en controles. Vervolgens keken we naar verschillende immuuncellen, waaronder T-cellen en NK-cellen. In tegenstelling tot eerdere bevindingen, werden er geen verschillen gevonden in NK-cellen tussen ME/cvs-patiënten en controles. We vonden ook geen verschillen in het totaal aantal T-cellen, hoewel verschillen gevonden werden in de verhoudingen van verschillende types T-cellen bij ME/cvs-patiënten in vergelijking met controles: de functionele rol van deze verschillen moet nog bepaald worden.
Onze meest significante bevinding was sterk verhoogde aantallen van een bepaald subtype van T-cellen, mucosale geassocieerde invariante T-cellen (MAIT) genoemd, bij de ernstig getroffen ME/cvs-patiënten, in vergelijking met controles. Deze bevinding alleen kan echter niet gebruikt worden als een diagnostische marker, maar het zou samen met andere factoren kunnen bijdragen aan de diagnose.
MAIT-cellen worden hoofdzakelijk in de lever, longen en darmen gevonden en doelwitcellen geïnfecteerd met bepaalde soorten bacteriën. Ze reageren ook op en produceren pro-inflammatoire cytokines (celsignalerende eiwitten), waarvan gevonden werd dat deze verhoogd zijn bij ME/cvs. MAIT-cellen zijn betrokken bij auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis. Interessant is dat verhoogde niveaus van MAIT-cellen waargenomen werden bij gezonde personen na inspanning, wat suggereert dat mensen met ME/cvs in rust een postexertionele toestand vertonen. Het is mogelijk dat de toename in MAIT-cellen aangestuurd wordt door veranderingen het darmmicrobioom bij ME/cvs, wat verder onderzocht zou moeten worden.
Deze resultaten tonen een veranderde immunologische staat bij ME/cvs aan. Deze studie is de eerste die de bevinding rapporteert van verhoogde aantallen MAIT-cellen bij ME/cvs, wat verder onderzoek rechtvaardigt om de oorzaak te bepalen en of deze bijdraagt aan de ziektepathologie van ME/cvs.
© CureME. Vertaling Zuiderzon, redactie Abby, ME-gids.
Front. Immunol., 16 April 2019 | https://doi.org/10.3389/fimmu.2019.00796
Cellulaire immuunfunctie bij Myalgische Encefalomyelitis (ME/cvs)
Jacqueline M. Cliff, Elizabeth C. King, Ji-Sook Lee, Nuno Sepúlveda, Asia-Sophia Wolf, Caroline Kingdon, Erinna Bowman, Hazel M. Dockrell, Luis Nacul, Eliana Lacerda and Eleanor M. Riley
Myalgische encefalomyelitis/chronisch vermoeidheidssyndroom (ME/cvs) is een invaliderende aandoening met onbekende etiologie. Myalgische encefalomyelitis heeft een onduidelijke pathofysiologie en er is geen diagnostische test of biomarker beschikbaar. Veel patiënten rapporteren dat hun ME/cvs begon na een acute infectie, en daaropvolgende verhoogde toename van infecties, zoals verkoudheden of griep, komen vaak voor. Deze factoren impliceren dat er een veranderde immunologische status bestaat bij ME/cvs, bij minstens een deel van de patiënten, maar eerdere studies van perifere immuniteit waren tegenstrijdig en onduidelijk. De UK ME/CFS Biobank, die bloedstalen van bijna 300 klinisch bevestigde ME/cvs-patiënten verzamelde, laat grootschalige studies toe van immunologische functie bij fenotypisch goed gekarakteriseerde deelnemers.
In deze studie werden de serologische status van herpesvirussen en T-cellen, B-cellen, NK-cellen en monocytenpopulaties onderzocht bij 251 ME/cvs-patiënten, waaronder 54 die ernstig getroffen waren, en werden vergeleken met deze van 107 gezonde deelnemers en van 46 patiënten met Multiple Sclerose.
Er waren geen verschillen in seroprevalantie voor zes humane herpesvirussen tussen ME/cvs en gezonde controles, hoewel seroprevalentie voor het Epstein-Barrvirus hoger was bij patiënten met multiple sclerose. In tegenstelling tot eerdere rapporteringen, werden er geen verschillen waargenomen in aantallen NK-cellen, verhoudingen van subgroepen, of in vitro responsiviteit tussen ME/cvs-patiënten en gezonde controlepatiënten. Daarentegen was het T-celcompartiment veranderd bij ME/cvs, met verhoogde proporties van CD8+ T-effectorcellen en -geheugencellen, en verlaagde hoeveelheden van terminaal gedifferentieerde CD8+T-effectorcellen. Omgekeerd was er een significant verhoogd aandeel mucosaal geassocieerde invariante T(MAIT)-cellen, vooral bij ernstig zieke ME/cvs-patiënten.
Deze afwijkingen tonen aan dat er een veranderde immunologische toestand bestaat bij ME/cvs, vooral bij ernstig zieke mensen. Dit kan simpelweg een aanhoudende of recente infectie weerspiegelen, of kan duiden op een toekomstige verhoogde gevoeligheid voor infectie. Longitudinale studies van ME/cvs-patiënten zijn nodig om oorzaak en gevolg te helpen bepalen en dus eventuele voordelen van immunomoduleren behandelingen voor ME/cvs.
© Cliff et al., 2019. Vertaling ME-gids.
Citeren?
Cliff JM, King EC, Lee J-S, Sepúlveda N, Wolf A-S, Kingdon C, Bowman E, Dockrell HM, Nacul L, Lacerda E and Riley EM (2019) Cellular Immune Function in Myalgic Encephalomyelitis/Chronic Fatigue Syndrome (ME/CFS). Front. Immunol. 10:796. doi: 10.3389/fimmu.2019.00796