Voltrokken feiten,
2006 08 18
Eindelijk erken ik dat mijn naaldatelier niet meer de plek in neem die ik haar ooit had toebedacht. Langzaamaan zijn de twee naaimachines uit het zicht verdwenen, een staat nog hoopvol te wachten op gebruik, dit in haar kist van “weleer”.
De ander een “onooglijk hypermodern” maar praktisch kundig als mogelijk, deze staat verhuld in de kast.
Mijn rustplek was vooral mijn keuken, een waar ik lekker aan tafel hing zonder iets moeten.
Dit hangen is niet zo prettig meer.
Mijn rolstoel heeft deze taak overgenomen, maar na twee of drie uur, voelt mijn hoofd, schouders en bovenlijf letterlijk te zwaar: het moment om op bed te gaan.
Het laatste verveelt mij en ergert mij meer en meer, ik wil ook beneden kunnen liggen, gezellig bij mijn honden, maar mijn grote werktafel laat hier geen schuifruimte toe.
Mijn tafel: het hart van dit huis toen ik het kocht, daar ligt mijn werk, mijn kunst.
Uiteindelijk heb ik na het zien van mijn droombank, een waar ik heerlijk breeduit alswel languit op kan liggen een keus gemaakt.
De zo liefgekoosde tafel heb ik aan mijn man geschonken, en ik ben ineens twee dagen in de rouw, mijn man kan de werkruimte in zijn woonetage goed gebruiken, en is er erg gelukkig mee. Hij is ook de enige aan wie ik deze tafel kwijten wil, anders had ik het absoluut niet gekund, mijn hart is er in verknocht geraakt: mijn basis in beleven.
Het is ook mijn schrijftafel, pc wereld en printer gebeuren.
Zelf heb ik het gevoel dat ik voor een deel doodga, het plezierige gevoel, het vicieuze uitzicht van de schone en esthetisch verantwoorde bank, het kan mij voor nu niet plezieren.
Nee, ik rouw en ben totaal loss, natuurlijk kan ik de pijn uitstellen, een jaar wachten maar ik besef dat ik moet zien en luisteren wat mijn lijf nodig heeft.
Geen dubbelzinnigheid, nee dwars door de pijn heen, want ook met een bank is echt te leven, daar koop ik hem immers voor.
Ach, ik weet dat mijn kamer er qua “wonen”enorm op vooruit gaat, maar het wordt een kamer van rust, een oase die mij roept, een waar ik nog niet echt aan wil, ik ben een mens in activiteiten, de tijd zal mij de rust gaan geven, een die ik daadwerkelijk nodig ben.
Maar, alles is nu wel even heel echt en confronterend.
Henk Arjen Baas copyright
Eén reactie
Voltrokken feiten,
Hallo Arjen,
Hoe herkenbaar. Ook ik moest al een tijdje geleden de beslissing nemen om een bed in de woonkamer te zetten. Voor mij was het belangrijk dat ik op deze manier een scheiding kon leggen tussen dag en nacht. Bed boven om te slapen en bed beneden om te rusten. Bij mij lag het rouwproces vooral in het feit dat "dat " bed een signaal was dat mijn kunnen afbrokkelde en dat dat niet zo snel beter zou worden.
Gelukkig moest ik geen afstand doen van andere voor mij belangrijke dingen, alleen wat vrije ruimte inleveren. Ik denk dan maar dat wat dichterbij het ook knusser maakt. Mijn bed staat ook aan de tuindeuren wat het ook gezelliger maakt.
Straks komen de kinderen en de kleinkinderen op bezoek vanuit Amerika en dan gaat het bed wel weg en rust ik weer boven. Met twee rakkers van 6 en 4 rond je oren is rusten niet vanzelfsprekend.
De laatste paragraaf trof me diep omdat het rouwen en het verdriet om wat niet kan er zo sterk in doorklinkt. Ik hoop dat je je ook door deze rouwperiode werkt en nieuwe ruimte vind om je aan nieuwe uitdagingen te wijden.
Sterkte
Heikenie