Bron:

| 12735 x gelezen

ME Research UK, 21 januari 2016

Wij weten al dat veel ME/CVS-patiënten problemen hebben met staan (orthostase), vooral met het stilstaan (lees Standing up for ME). In feite kunnen symptomen van ‘orthostatische intolerantie’ vaak bij patiënten tijdens klinisch onderzoek gevonden worden (lees meer), en er is ook bewijs dat zij problemen kunnen hebben met stappen; bijvoorbeeld, een door ME Research UK gefinancierd onderzoek ontdekte dat de fysiologische kost van wandelen significant groter was voor ME/CVS-patiënten dan voor gezonde personen, hoewel de redenen voor dit hogere energieverbruik onbekend blijven.

Onlangs hebben onderzoekers in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen en van Brussel een grondiger onderzoek gedaan naar de fysieke mogelijkheden van mensen met ME/CVS. In een studie onderzochten zij het herstel van de spieren van de bovenste ledematen – een kenmerk dat nog nooit onderwerp van onderzoek is geweest bij ME/CVS, ondanks het feit dat deze spieren het meest worden gebruikt voor dagelijkse activiteiten, zoals het kammen en wassen van het haar, strijken en koken (lees meer). Na een inspanningsuitdaging van de bovenste ledematen, was het herstel van de spieren veel langzamer bij ME/CVS-patiënten. In een andere studie, lieten zij zien dat “het belast staan voor een bepaalde tijd” met een halter (bedoeld om de prestaties van de romp te simuleren gedurende dagelijkse activiteiten) veel korter was bij vrouwen met ME/CVS dan bij vrouwen met osteoporose of bij gezonde vrouwen, wat een gebrek aan uithoudingsvermogen in de spieren van de romp en de arm onthult (lees meer).

Mechanische factoren die het automatisme van stappen aantasten.

Bron: Automaticity of walking. Clark DJ. Front. Hum Neurosci, 05 May 2015. bit.ly/1Qo8tIG

Hun werkprogramma verder voortzettend, hebben deze Belgische onderzoekers nu “automatisme” onderzocht bij vrouwen met ME/CVS (lees het rapport). Automatisme omvat het in staat zijn om dingen “automatisch” te doen, zonder dat het brein in beslag genomen wordt door meer elementaire taken. Bijvoorbeeld, het vermogen om te lopen en tegelijkertijd te spreken is een voorbeeld van automatisme; beroemd is Julius Caesar die in staat was om een paard te berijden, een conversatie te voeren en tegelijkertijd een boek te lezen. Het vermogen daartoe omvat natuurlijk gewoontevorming; zodra een activiteit voldoende geoefend is, kan het brein zich richten op andere activiteiten of gedachten terwijl het een ‘geautomatiseerde’ taak uitvoert.

Automatisme terwijl je aan het wandelen bent (‘gangautomatisme’) is geen eenvoudige opgave, en een scala aan factoren kan bijdragen tot de aantasting ervan, waaronder schade of letsel aan het centraal zenuwstelsel, visusproblemen, extreem fysieke inspanning of pijn zelf (lees meer). In modern medisch onderzoek is het beoordelen van het stapautomatisme een nuttige manier om fragiliteit in te kunnen schatten en een goede voorspeller van valpartijen bij de fragiele ouderen in instellingen. Bij ME/CVS weten wij al dat patiënten veel minder ver wandelen dan gezonde mensen, en dat zij langzamer stappen en dat het hen qua metabolisme meer kost dan normaal. Ook weten we dat de cognitieve prestaties beperkt zijn bij mensen met ME/CVS, vooral het geheugen en de aandacht (lees meer), en dat zintuiglijke overbelastingsfenomenen een kenmerk kunnen zijn, dus is het mogelijk dat hun cognitieve vermogen om twee of meer taken tegelijkertijd uit te voeren, verminderd is.

Voor deze studie pasten de onderzoekers een standaardtest voor gangautomatisme aan voor gebruik bij ME/CVS-patiënten, gebaseerd op de voorafgaande waarneming van de onderzoekers dat ME/CVS-patiënten problemen ervaren in het zich positioneren in de ruimte wanneer visuele data ontbraken. In de aangepaste versie – de ‘Stopt Wandelen Met Gesloten Ogen Bij Secundaire Cognitieve Taak’ (Engels: SWECCT) test – startten de patiënten met hun ogen open (zeven meter), werden toen gevraagd om hun ogen te sluiten en door te gaan met stappen (7 meter) en werden daarna gevraagd om door te gaan met stappen en om een simpele cognitieve vraag te beantwoorden, “Hoeveel is 100 min 7?” Simpel genoeg, zou je kunnen zeggen, maar de resultaten waren onverwacht.

Toen zij begonnen te stappen, keek slechts één persoon van de 38 niet-geïnvalideerde controles (2,6%) eerst naar de grond, terwijl 8 van de 34 patiënten (23,5%) de vloer checkte. Na het sluiten van hun ogen en het stellen van de vraag, voelden 19 van de patiënten (55,9%) de behoefte om te stoppen met wandelen, in vergelijking met slechts 2 (5,3%) van de gezonde controles. De onderzoekers observeerden ook de ‘achteruitgang’ in het lopen op elk van deze punten, d.w.z. een verandering in manier van lopen minder dramatisch dan stoppen, die varieerde van lichte achteruitgang (vertragen of de armen uitstrekken om in balans te blijven) tot ernstig (verliezen van richting of dramatische verandering van tempo). Terwijl zij met gesloten ogen wandelden, had 38,2 % van de ME/CVS-patiënten ofwel een ernstige achteruitgang in hun manier van stappen, ofwel was men gestopt met wandelen, in vergelijking met 2,6% van de gezonde controles. Toen de cognitieve taak aan de mix werd toegevoegd, stegen deze cijfers naar 32 van de 34 (94,1%) van de ME/CVS-patiënten, in vergelijking met slechts 8 van de 38 (21,1%) controles. De problemen die ME/CVS-patiënten met wandelen en coördinatie hadden, werden interessant genoeg weerspiegeld door een gebrek aan uithoudingsvermogen van spieren in armen en romp, een zwakte die de onderzoeksgroep in België al eerder had geïdentificeerd (lees hun rapport).

Het feit dat ME/CVS-patiënten het een uitdaging vinden om te dubbel- of te multitasken wanneer zij stappen (en impliciet, het uitvoeren van andere activiteiten) klopt met bevindingen bij patiënten met andere ziekten. Wij weten bijvoorbeeld al, dat patiënten met een beroerte of patiënten met de ziekte van Parkinson of oudere mensen een afname hebben in het vermogen om dubbele of meerdere taken uit te voeren, leidend tot een verslechtering in automatisme en aandacht. In deze groepen wordt de manier van stappen onzekerder en wordt het risico op vallen groter (lees een overzicht). Gezien dit feit lijkt het belangrijk om ME/CVS-patiënten te vragen naar hun ervaring met vallen, ofwel thuis ofwel buitenshuis; de resultaten zouden als een schok kunnen komen voor huisartsen en andere zorgverleners.

Veel mensen met ME/CVS zullen niet verrast zijn door deze resultaten – tenslotte hebben zij al jaren met de cognitieve stoornissen en neurologische disfunctie geleefd die ten grondslag liggen aan de problemen met automatisme. En vooraanstaande ME/CVS-artsen hebben deze symptomen bij hun patiënten al lange tijd erkend; zoals hun Canadese Consensus Document in 2003 zei: “Ataxie, spierzwakte en fasciculaties, verlies van balans en onhandigheid komen veel voor. Er kan een onvermogen zijn om zich automatisch af te stemmen op de omgeving… en tijdelijk verlies van fundamenteel aangewende motorische programma’s zoals wandelen.” Toch worden de dagelijkse beperkingen in basisfunctioneren van personen met ME/CVS over het hoofd gezien door de bredere klinische en wetenschappelijke gemeenschap. Op dit moment hebben de Belgische onderzoekers in hun onderzoeksprogramma een gebrek aan uithoudingsvermogen van de spieren in de romp en de armen gerapporteerd; een dramatische afname in de kracht in de bovenarm gedurende een korte periode; en (in dit rapport) een achteruitgang in het automatisme van de manier van wandelen – die allemaal potentieel belangrijke informatie kunnen bevatten. Zoals wij al eerder hebben gezegd, worden deze aspecten van het dagelijkse leven slechts zelden in de moderne literatuur besproken, maar zouden heel goed klinische of diagnostische waarde kunnen hebben en zouden door de hedendaagse geneeskunde niet genegeerd moeten worden.

Nvdr. Hoewel dit onderzoek interessante problemen aan het licht brengt, blijft de onderzoeksgroep helaas vastzitten in het biopsychociaal model, en wilt men deze stapproblemen oplossen met … graduele oefentherapie:

Current rehabilitation guidelines for patients with CFS prescribe graded exercise therapy (GET) and cognitive behavioral therapy. If the present findings are confirmed by others and if future work shows that the observed reduced gait automaticity in patients with CFS is of clinical importance, adding gait automaticity training to current rehabilitation programs for CFS seems warranted [45–47].

Bronnen

  • Reduced gait automaticity in female patients with chronic fatigue syndrome: Case-control study. Eyskens JB, et al. J Rehabil Res Dev, 2015; 52(7): 805-14. Lees meer (full text).
  • Neurologic aspects and falls. Fasano A & Plotnik M. Clin Cases Miner Bone Metab, 2012 Jan; 9(1): 17-20. Lees meer (full text).
  • Timed loaded standing in female chronic fatigue syndrome compared with other populations. Eyskens JB, et al. JRRD, 2015; 52 (1).21-30. Lees meer (full text).
  • Recovery of upper limb muscle function in chronic fatigue syndrome with and without fibromyalgia. Ickmans K, et al. Eur J Clin Invest, 2014 Feb; 44(2): 153–9. Lees meer (abstract).
  • Automaticity of walking: functional significance, mechanisms, measurement and rehabilitation strategies. Clark DJ. Front. Hum Neurosci, 05 May 2015. Lees meer (full text).
  • Automaticity of walking. Clark DJ. Front. Hum Neurosci, 05 May 2015. Lees meer (full text).

© ME Research UK. Vertaling Meintje, redactie zuiderzon en poppetje


Reduced gait automaticity in female patients with chronic fatigue syndrome: Case-control study

Jan b Eyskens, Jo Nijs, Kristien Wouters, Greta Moorkens

Abstract — Patients with chronic fatigue syndrome (CFS) report difficulties walking for a prolonged period of time.

This study compares gait automaticity between women with CFS and nondisabled controls. The “stops walking with eyes closed with secondary cognitive task” test is based on the classic “stops walking while talking” test but compares walking with eyes closed while performing a secondary cognitive task in a female CFS population (n = 34) and in female nondisabled controls (n = 38).

When initiating gate, 23.5% of patients with CFS looked toward the ground compared with only 2.6% of nondisabled controls. After 7 m, subjects were asked to close their eyes, and after another 7 m, they were asked, “How much is 100 minus 7?” Of the patients with CFS, 55.9% stopped walking compared with 5.3% of nondisabled controls. Less automated walking was observed in patients with CFS than in nondisabled controls (p < 0.001).

The test-retest reliability is moderate for global stopping. This simple test observed reduced gait automaticity in patients with CFS for the first time. Dual tasking could be helpful to address the functional limitations found in this particular study.

Key words: automaticity of walking, balance, chronic fatigue syndrome, dual tasking, gait, graded exercise therapy, movement, physical performance, timed loaded standing, vision.

Hoe citeren?

Eyskens JB, Nijs J, Wouters K, Moorkens G. Reduced gait automaticity in female patients with chronic fatigue syndrome: Case-control study. J Rehabil Res Dev. 2015; 52(7):805–14. http://dx.doi.org/10.1682/JRRD.2014.11.0293

Reduced gait automaticity in female patients with chronic fatigue syndrome: Case-control study

Eén reactie

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
27
28
29
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
Datum/Tijd Evenement
27/11/2024
20:00 - 21:00
Webinar voor huisartsen over post-COVID
07/12/2024
13:00 - 17:30
Creatief kerstmarktje
Parkresidentie Institut Moderne, Gent
Recente Links