Quick Thoughts, One of James C. Coyne’s Blogs
James C. Coyne, 4 december 2015
De administratieve staf van PLOS vroeg mij om hen te informeren als ik enige problemen zou hebben om de gegevens te verkrijgen, die ik formeel had verzocht aan de auteurs van het PLOS-artikel. Hier is mijn antwoord –
De deadline die de universiteit van de auteurs heeft gesteld om te reageren op mijn verzoek, is voorbij. De universiteit heeft niet gereageerd op mijn verdere vraag met betrekking tot wanneer de gegevens aanwezig zullen zijn.
De groep auteurs heeft een consistente geschiedenis in het weigeren van verzoeken om hun gegevens aan andere onderzoekers te verstrekken. Hun PACE klinische studie, die als basis diende voor de publicatie in PLOS, is nogal controversieel geworden. Critici, waaronder ikzelf, hebben aanzienlijke twijfels geuit over hun basisontwerp, hun verandering van de eindpunten van de studie nadat de studie begon, en hun analyse en interpretatie van de gegevens. Er zijn ook klachten geweest dat het de analyses in gepubliceerde papers, zowel aan voldoende detail als transparantie ontbreekt om onafhankelijke evaluatie toe te staan van wat werd gedaan en hoe de auteurs hun resultaten interpreteerden.
Het is een publieke zaak dat de auteurs ten minste 14 verzoeken hebben afgewezen om hun gegevens te delen, vooral voor gegevens die in artikelen zijn gebruikt die in de Lancet, Psychological Medicine en Lancet Psychiatry verschenen. In elk geval hebben de onderzoekers de verzoeken beoordeeld als “ergerlijk” en betoogden dat vrijgave van gegevens hun persoonlijke geloofwaardigheid en dat van de studie zou ondermijnen. Richard Horton, hoofdredacteur van The Lancet, heeft publiekelijk verklaard met een schatting dat de onderzoekers meer dan 750.000 Britse pond hebben uitgegeven met het bestrijden van verzoeken om hun gegevens te delen.
In een 30 pagina’s tellende beslissing op 27 oktober 2015 gaf de Britse Information Commissioner’s Office de opdracht aan Queen Mary University of London (QMUL) om geanonimiseerde gegevens van de PACE-studie vrij te geven aan een niet nader genoemde klager. De PACE-onderzoekers zijn in beroep gegaan tegen die beslissing en op die manier is elke vrijgave vertraagd. De set gegevens die werd aangehaald in die opdracht van IOC, vertoont een overlap met wat ik verzoek, maar laat sommige specifieke gegevens buiten beschouwing die nodig zijn om de analyses opnieuw uit te voeren, die in het PLOS-artikel worden gepresenteerd, met passende gevoeligheidsanalyses.
Een cross-sectionele (transversale) studie in PLOS One ontdekte dat een onwil om gegevens te delen in reactie op formele verzoeken, in verband staat met zwakker bewijs ten aanzien van de nulhypothese of geen effect en een hogere prevalentie van duidelijke fouten in de rapportage van de statistische resultaten. Na zorgvuldige overweging van talrijke publicaties van deze studie ben ik de mening toegedaan dat de PACE-onderzoekers proberen te verbergen wat zou kunnen worden onthuld door vrijgave van gegevens die worden gebruikt in het PLOS-artikel. Maar de materie zou er niet een moeten zijn van mijn mening tegenover hun mening, de wetenschappelijke gemeenschap moet de gegevens zien. Dit is vooral zo wanneer dergelijke klinische en openbare implicaties voor gezondheidsbeleid verbonden zijn met de studie en het PLOS-artikel in het bijzonder.
Als de PACE-onderzoekers zich consistent gedragen met hun duidelijk gevestigde patroon, zullen zij weigeren om de gegevens aan mij vrij te geven die in het PLOS-artikel gebruikt zijn. Echter, wat anders is dan in voorgaande verzoeken, is dat mijn verzoek bestemd is voor gegevens die gepubliceerd zijn in een tijdschrift dat internationaal bekend staat vanwege haar toewijding aan transparantie en delen van gegevens. Als de PACE-onderzoekers weigeren, zullen zij de toewijding van PLOS testen aan haar beleid, en de wetenschappelijke gemeenschap zal toekijken.
Ik ben mij er niet van bewust dat een beleid ten aanzien van het delen van gegevens van het tijdschrift PLOS op vergelijkbare wijze is uitgetest door de weigering van onderzoekers om hun gegevens beschikbaar te stellen. In het geval dat ik hun gegevens niet ontvang, geloof ik dat passende sancties beschikbaar zouden moeten zijn voor onmiddellijke toepassing. Anders maken de PACE-onderzoekers een lachertje van gegevens delen bij PLOS, zoals zij al hebben gedaan met het duidelijk uitgesproken beleid in het Verenigd Koninkrijk.
Ik zal u op de hoogte houden.
Update van mijn update: Toen ik deze morgen wakker werd in Philadelphia met zijn vijf uur tijdverschil met het Verenigd Koninkrijk, had ik nog geen reactie ontvangen van King’s College, dat mijn verzoek om de gegevens behandelt. Ik stelde dan bovenstaande e-mail op en verzond deze naar PLOS. Blijkbaar kruisten de wegen elkaar met de volgende e-mail van King’s College:
Geachte Professor Coyne,
Dank u voor uw e-mail. Uw antwoord zal volgende week worden verzonden. De periode van 20 dagen heeft betrekking op werkdagen en we hebben berekend dat wij ons antwoord uiterlijk op 11 december zouden moeten geven.
Hoogachtend,
Caroline
Caroline Hill
Information Compliance Coordinator
Information Management and Compliance
Governance and Legal Services
King’s College London
PACE-onderzoekers: “Haal de muur van geheimzinnigheid neer die jullie gegevens omringt.”
Merk op dat de voorgaande e-mail van King’s College slechts 20 dagen noemde, niet 20 werkdagen. En dat de nieuwe e-mail alleen een reactie belooft, niet de gegevens.
Blijf op de hoogte.
N.B.: Ondanks dat ik een van duizenden wetenschappelijke redacteurs ben voor PLOS One, draag ik als enige verantwoordelijkheid voor mijn blogposts, hetgeen niet kan worden opgevat als de weergave van de meningen van instituten waarmee ik verbonden ben, inclusief PLOS. Bij het verzoeken om de gegevens voor een artikel dat in PLOS verschenen is, oefen ik dezelfde rechten uit die iedereen ter wereld heeft ten aanzien van dit ‘open access’ tijdschrift dat toegewijd is aan transparantie en het delen van gegevens.
© James Coyne, Quick Thoughts. Vertaling Meintje, redactie Zuiderzon en poppetje, ME-gids.
Lees ook
- Trial by error: de verontrustende zaak van de PACE-studie over ME/CVS (1)
- Trial by error: de verontrustende zaak van de PACE-studie over ME/CVS (2)
- Trial by error: de verontrustende zaak van de PACE-studie over ME/CVS (3)
- Onderzoekers van de PACE-studie antwoorden David Tuller
- David Tuller reageert op de PACE-onderzoekers
- Trial by error, vervolgd: heeft de PACE-studie echt een “strikt criterium” voor herstel toegepast?
- Trial by error, vervolg: Waarom is het “zusteronderzoek” van de PACE-studie “verdwenen” en vergeten?
- Overheid beveelt vrijgave van de gegevens van de PACE-studie
- Proffen schrijven open brief aan The Lancet en vragen herevaluatie van PACE-resultaten
- Open brief van Invest in ME over de PACE-studie aan de redacteur van The Lancet
- Trial by error, vervolgd: Het werk van het PACE-team voor verzekeringsmaatschappijen “houdt geen verband” met PACE. Echt waar?
- In het kielzog van het onderzoek van David Tuller, publiceren de PACE-onderzoekers een follow-upstudie
- ME Association: We betwisten het follow-uprapport van de PACE-studie
- Professor Jonathan Edwards: PACE-studie is “waardeloos”
- Oninterpreteerbaar: Fatale fouten in het PACE follow-uponderzoek van het chronisch vermoeidheidssyndroom
- Waarom de wetenschappelijke wereld het nodig heeft dat de PACE-gegevens worden vrijgegeven
- Reporter hekelt studie naar chronisch vermoeidheidssyndroom: ik stopte bij 14.000 woorden – genoeg was genoeg
- Een “moreel equivalent van oorlog” en de PACE-studie over chronisch vermoeidheidssyndroom
- Waarom ME-patiënten kritisch zijn over de PACE-studie
- Was onafhankelijke peerreview van de papers over de PACE-studie mogelijk?
- James Coyne over de “objectiviteit” van NHS Choices en het belachelijk maken van ME/CVS-patiënten
- Wat er voor nodig is voor Queen Mary om een verzoek om wetenschappelijke gegevens als “ergerlijk” te verklaren