Bron:

| 11221 x gelezen

Virology Blog, 23 mei 2016

PLoS One

1160 Battery Street

Koshland Building East, Suite 100

San Francisco, CA 94111

Geachte redactieleden van PLoS One:

In 2012 publiceerde PLoS One “Adaptive Pacing, Cognitive Behaviour Therapy, Graded Exercise, and Specialist Medical Care for Chronic Fatigue Syndrome: A Cost-Effectiveness Analysis.” Dit was één paper uit een reeks van papers die aandacht hadden voor de resultaten van de PACE-studie – de grootste studie van behandelingen voor de ziekte, ook bekend als ME/cvs. Psycholoog James Coyne heeft verzocht om de data uit de studie gebaseerd op het openaccessbeleid van PLoS, een inspanning die wij ondersteunen.

Echter, zoals David Tuller van de Universiteit van Californië, Berkeley, documenteerde in een onderzoek naar PACE dat vorig jaar in oktober [2015] werd gepubliceerd op Virology Blog, leed de studie onder vele onverdedigbare fouten zoals patiënten en belangenbehartigers jarenlang hebben betoogd. Onder de bevindingen van Dr. Tuller: de hoofdconclusie van de PLoS One-paper – dat cognitieve gedragstherapie en graduele oefentherapie kostenefficiënte behandelingen zijn – is verkeerd, omdat dit gebaseerd is op een foutieve karakterisering van de gevoeligheidsanalyses van de studie. De PACE-auteurs hebben herhaaldelijk deze inaccurate claim van kostenefficiëntie aangehaald om hun voortdurende promotie van deze interventies te rechtvaardigen.

Maar de claim wordt niet ondersteund door het bewijs, en het is niet nodig om de studiedata te verkrijgen om deze conclusie te trekken. De claim is uitsluitend gebaseerd op de beslissing om de gratis zorg te waarderen die door familie en vrienden werd verstrekt alsof deze werden gecompenseerd op het niveau van een goedbetaalde gezondheidszorgwerker. Hier is wat Dr. Tuller vorig jaar in oktober [2015] schreef over de paper in PLoS One en de bevindingen ervan:

De publicatie in PLoS One betoogde dat de graduele oefentherapie en cognitieve gedragstherapie de meest kosteneffectieve behandelingen waren vanuit een maatschappelijk perspectief. Bij het komen tot deze conclusie taxeerden de onderzoekers de zogenaamde “informele zorg” – onbetaalde zorg die door familie en vrienden wordt geleverd – op de vervangende kosten van een thuiszorgmedewerker. Het statistische analyseplan van PACE (goedgekeurd in 2010 maar niet gepubliceerd tot 2013) bevatte twee aanvullende, goedkopere aannames. De eerste taxeerde informele zorg op een minimumloon, de tweede op geen enkele compensatie.

Het PLoS One -artikel zelf leverde deze twee aanvullende bevindingen niet aan, maar merkte alleen op dat “gevoeligheidsanalyses onthulden dat de resultaten robuust waren voor alternatieve hypothesen.”

Mensen die commentaar instuurden op de PLoS One- website , waaronder Tom Kindlon, betwistten de claim dat de resultaten “robuust” zouden zijn onder de alternatieve aannames voor informele zorg. In feite maakten zij duidelijk dat de goedkopere hypothesen de gerapporteerde maatschappelijke kosten-batenvoordelen van de cognitieve gedragstherapie en graduele oefentherapie zouden reduceren of volledig elimineren.

De hoofdauteur van de publicatie, Paul McCrone, gaf in een geposte reactie toe dat de commentatoren gelijk hadden over de impact die de goedkopere, alternatieve aannames zouden hebben op de uitkomsten. McCrone legde echter niet uit of noemde zelfs niet de klaarblijkelijke foutieve gevoeligheidsanalyses die hij in de paper had geciteerd, die de maatschappelijke kosten-batenvoordelen voor graduele oefentherapie en cognitieve gedragstherapie “robuust” hadden gevonden onder alle aannames. In plaats daarvan beetoogde hij dat de twee goedkopere benaderingen oneerlijk waren tegenover zorgverleners omdat families meer economische waardering verdienden voor hun werk.

“Naar onze mening heeft de tijd, die de gezinnen spenderen om te zorgen voor mensen met CVS/ME, een werkelijke waarde en dus is het controversieel om het een waarde van nul kosten te geven,” schreef McCrone. “Evenzo, om aan te nemen dat het alleen maar de waarde heeft van het minimumloon, is ook erg beperkend.”

In een daaropvolgend commentaar wijst Kindlon McCrone terecht en maakt daarbij duidelijk dat hij nog steeds niet de claim van de krant had uitgelegd die de gevoeligheidsanalyses lieten zien dat de bevindingen “robuust” waren voor alle aannames. Kindlon stelde ook dat de alternatieve, goedkopere aannames werden toegevoegd aan het statistische plan van PACE zelf.

“Onthoud dat het de onderzoekers zelf waren die de alternatieve aannames uitkozen,” schreef Kindlon. “Als het nu ‘controversieel’ is om informele zorg te taxeren op nul waarde, was het net zo ‘controversieel’ toen zij besloten om de gegevens op deze manier te analyseren, voordat er naar de gegevens was gekeken. Het heeft weinig zin om een statistisch plan te publiceren als er niet over hinderlijke resultaten wordt gerapporteerd en/of bevindingen voor hen verkeerd worden voorgesteld.”

Aangezien Dr. McCrone, de hoofdauteur, in zijn commentaren direct tegensprak wat de paper zelf claimde over dat gevoeligheidsanalyses de “robuustheid” van de bevindingen onder andere aannames hebben bevestigd, is het duidelijk niet noodzakelijk om de studiedata zorgvuldig te onderzoeken om te bevestigen dat deze centrale bevinding niet ondersteund kan worden. Dr. McCrone heeft niet gereageerd op e-mailverzoeken van Dr. Tuller om de discrepantie uit te leggen. En PLoS One, hoewel door Dr. Tuller vorig najaar op dit probleem geattendeerd, heeft blijkbaar geen stappen ondernomen om de verkeerde informatie over de gevoeligheidsanalyses te rectificeren die deze paper bevat.

PLoS One heeft een verplichting om Dr. McCrone te bevragen over de contradictie tussen de tekst van de paper en zijn daaropvolgende commentaren, zodat hij ofwel een redelijke verklaring kan geven, de werkelijke gevoeligheidsanalyses kan produceren waarbij hij “robuustheid” kan aantonen onder alle drie de aannames die beschreven zijn in het statistische analyseplan, ofwel de belangrijkste bevindingen van de paper corrigeren dat CGT en GET “kostenefficiënt” zijn ongeacht de manier waarop informele zorg wordt gewaardeerd. Moest hij nalaten dit te doen, dan heeft PLoS One zelf de plicht om de paper te corrigeren, onafhankelijk van de opstelling van de kwestie van toegang tot studiedata.

Wij zien uw snelle antwoord op deze zorgen graag tegemoet.

Hoogachtend,

Ronald W. Davis, PhD

Professor of Biochemistry and Genetics

Stanford University

Rebecca Goldin, Ph.D.

Professor of Mathematical Sciences

George Mason University

Bruce Levin, PhD

Professor of Biostatistics

Columbia University

Vincent R. Racaniello, PhD

Professor of Microbiology and Immunology

Columbia University

Arthur L. Reingold, MD

Professor of Epidemiology

University of California, Berkeley

© Virology Blog. Vertaling Meintje, redactie ME-gids.

 

 


Lees ook

Geef een reactie

Zijbalk

Volg ons
ma
di
wo
do
vr
za
zo
m
d
w
d
v
z
z
26
27
28
29
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
1
2
3
4
5
6
Datum/Tijd Evenement
25/11/2024
19:00 - 21:00
Webinar epigenetisch onderzoek bij ME/cvs en fibromyalgie
27/11/2024
20:00 - 21:00
Webinar voor huisartsen over post-COVID
07/12/2024
13:00 - 17:30
Creatief kerstmarktje
Parkresidentie Institut Moderne, Gent
Recente Links